De wederopstanding van McLaren: van gevallen topteam tot best of the rest

Voor de laatste keer dat McLaren het wereldkampioenschap voor de constructeurs won, moeten we zelfs terug naar de vorige eeuw. Met Mika Hakkinen en David Coulthard in de gelederen was het Britse team in 1998 voor de tot nu toe laatste keer in haar lange geschiedenis het beste Formule 1-team. In totaal heeft McLaren acht keer het wereldkampioenschap voor de constructeurs gewonnen en werd er twaalf keer een McLaren-coureur wereldkampioen. De afgelopen jaren ging het echter steeds verder bergafwaarts voor het ooit zo succesvolle team. In 2012 wisten Lewis Hamilton en Jenson Button voor het laatst overwinningen te scoren voor, en sinds de podiumplaats van Kevin Magnussen in de eerste race van 2013, zijn successen uitgebleven. Daar moest in 2015 verandering in komen toen het historische partnerschap tussen McLaren en motorleverancier Honda werd hersteld, om zo het Senna-tijdperk te doen herleven. Voor die gelegenheid werd niemand minder dan tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso binnen gehengeld, maar het Brits-Japanse huwelijk liep uit op een complete flop en na drie bittere jaren en veel moddergegooi heen en weer schakelde het team vorig seizoen over op Renault-motoren. Tekst gaat verder onder de foto

Maar ook in 2018 bleven de prestaties van McLaren ondermaats. Tijdens de eerste Grand Prix van het seizoen, in Australië, scoorde Fernando Alonso weliswaar een vijfde plaats, maar in de rest van het seizoen waren de prestaties wederom bagger. Als gevolg daarvan werd halverwege 2018 teambaas toenmalig teambaas Eric Boullier de laan uitgestuurd. Die beslissing van McLaren-CEO Zak Brown lijkt het begin te zijn geweest van een reeks van interne veranderingen die de prestaties van het team alleen maar ten goede zijn gekomen. Zo werd James Key aangesteld als technisch directeur en Andreas Seidl als teambaas, waarna de weg terug naar boven definitief werd ingezet. Ook door het coureurs-gilde waaide deze winter een frisse wind. Stoffel Vandoorne en Fernando Alonso maakten plaats voor het indrukwekkende duo van Carlos Sainz en Lando Norris, die tot nu toe hebben laten zien dat ze uit het juiste racehout zijn gesneden. In de eerste seizoenshelft kwam McLaren namelijk bovendrijven als 'best of the rest', wist het hier en daar zelfs Red Bull het vuur aan de schenen te leggen en zwemt het momenteel ergens tussen de drie topteams en het middenveld. Na twaalf races heeft het Britse team 82 punten verzameld, terwijl naaste belager Toro Rosso het slechts met iets meer dan de helft van dat puntenaantal moet doen (43). Tekst gaat verder onder de foto

Het gat naar boven is echter nog steeds groot. Te groot om op korte termijn weer mee te doen om de bovenste trede van het podium, maar als er momenteel een team is dat de aansluiting met Mercedes, Red Bull en Ferrari op termijn kan vinden, dan lijkt dat McLaren te zijn. De personele wisselingen hebben namelijk hun vruchten afgeworpen, de teamfaciliteiten in Groot-Brittannië zijn nog steeds van een ongekend hoog niveau en met de nieuwe, grote regelveranderingen in aantocht lijken alle ingrediënten voor een terugkeer van McLaren als Formule 1-topteam aanwezig te zijn. De komende periode zal uitwijzen of Zak Brown en co het ooit zo succesvolle team na ruim een decennium vol teleurstellingen weer terug kan brengen naar de top, maar menig Formule 1-fan hoopt dat de papaya-oranje bolides zich in de toekomst kunnen mengen in de strijd vooraan het veld.