Geldschieter verklaart aanspannen rechtszaak tegen De Vries

Nyck de Vries begint over enkele weken aan zijn eerste volledige Formule 1-seizoen nadat hij in 2022 al eenmalig in actie kwam tijdens de Grand Prix van Italië. De AlphaTauri-coureur deed dat toentertijd voor Williams en mag in 2023 een volledig jaar rijden bij het zusterteam van Red Bull. Hiermee wordt een droom voor De Vries werkelijkheid, maar voorafgaand aan het seizoen moet hij zich ook focussen op een situatie naast het racen. Een geldschieter van De Vries, vastgoedmiljonair Jeroen Schothorst, sleept de coureur namelijk voor de rechter om zo de contracten van De Vries in te zien. De twee partijen zijn het oneens over de terugbetaling aan Schothorst: in 2018 leende de miljonair 250.000 euro aan De Vries, met 3% rente per jaar en de afspraak om de helft van De Vries zijn F1-inkomsten af te staan. Na 2022 zou de lening komen te vervallen als De Vries geen F1-coureur zou zijn tegen die tijd. Hier zit het meningsverschil, want die ene invalbeurt bij Williams ziet Schothorst wel als 'het hebben van een zitje', terwijl De Vries het ziet als zijn taak als reservecoureur . Tegenover De Telegraaf reageert Schothorst op de situatie. "Laat ik vooropstellen dat ik het fantastisch vind voor Nyck dat hij succesvol is geworden als Formule 1-coureur en dat er in augustus twee Nederlandse coureurs aan de start staan van de Dutch Grand Prix", zo trapt hij af, om vervolgens in te gaan op de rechtszaak. "We hebben in de carrière van De Vries geïnvesteerd op een cruciaal moment en toen niemand anders dat meer wilde doen. We verschillen nu van mening over de uitleg van de overeenkomst die we destijds met elkaar zijn aangegaan. Dat soort dingen gebeurt en daardoor ontkomen we er helaas niet aan om de zaak aan de rechter voor te leggen." "We hadden het liever anders gezien, maar dat neemt niet weg dat ik als autosportfan Nyck al het mogelijke succes wens in het vervolg van zijn carrière", aldus Schothorst. De rechtbank van Amsterdam zal op 3 februari 2023 uitspraak doen.