Waarom Haas zich ondanks een tuimeling in het klassement geen zorgen maakt

Na afloop van de eerste Grand Prix stond Haas op de derde plek in het Formule 1-kampioenschap. Ongelooflijk als je ziet waar ze vandaan komen. Twee races later zijn ze alweer weggezakt naar P7 en in Australië bleven beide Haas-coureurs puntloos na een teleurstellend weekend. Was de opleving van de Amerikanen van korte duur? Nee, zo denkt men. Iedereen bij het team was ervan overtuigd dat het gewoon een slecht weekend was.

Schumacher snapt het probleem

De kwalificatie was een enorme domper voor Haas, dat de vorige twee Grands Prix nog tot Q3 kwam met een van de twee coureurs. Nu moesten Mick Schumacher en Kevin Magnussen op plek 15 en 17 de GP van Australië van start gaan. Na afloop van het weekend weet Schumacher, die de race uiteindelijk op P13 finishte, wel wat er aan scheelde. "We hebben wel een idee. Op vrijdag zijn we het weekend gewoon op achterstand begonnen. Toen we bij de kwalificatie aanbelandden, moesten we nog steeds wijzigingen doorvoeren, maar toen was het al te laat." De auto is verder gewoon prima. "Het ligt in ieder geval niet aan mijn vertrouwen in de auto. De balans was aan het begin van het weekend gewoon niet goed, waardoor we in de achtervolging moesten. Nu moeten we dat gaan begrijpen en zorgen dat alles op zijn plek valt."

Magnussen ziet lichtpuntjes

Schumachers teamgenoot Magnussen beaamt wat de Duitser zei. Haas begon het weekend gewoon niet met een goede auto, waardoor ze constant achter de feiten aanliepen. "De set-up waarmee we gestart zijn, was gewoon niet goed", luidt zijn conclusie. "Het circuit was toch wat anders dan we verwachtten. Het is tot echt wezenlijk heel erg anders dan de vorige lay-out. Daardoor hebben we de plank aan het begin misgeslagen en zaten we ver van de ideale balans vandaan." Magnussen benadrukt dat het niet nog eens mag gebeuren, want in het middenveld kan een mindere balans meteen voor grote verschillen zorgen. "Daardoor stonden we in Australië niet waar we de twee races daarvoor stonden. Dit jaar zal het veel invloed hebben op de resultaten als je de auto niet in het juiste werkvenster krijgt. Afgelopen weekend is dat niet gelukt en dan zie je dat meteen terug op de ranglijst." Toch ziet hij wel een lichtpuntje. "In de race wisten we veel terrein goed te maken en te vechten met het middenveld, dus we hebben een goede basis. Het is positief dat we tijdens een raceweekend op weg naar de race nog veel progressie hebben kunnen boeken, dus de volgende keer gaan we weer punten scoren!" Schumacher is het daar mee eens. "Ik ben er zeker van dat we in Imola hopelijk weer op de posities zullen rijden waar we horen te staan. We hebben in ieder geval veel geleerd, er zijn veel positieve dingen, maar ook dingen die we moeten verbeteren."

Steiner beschermt zijn team

Als teambaas Guenther Steiner wordt geconfronteerd met de Haas-problemen, wijst hij vooral naar de banden. "Het hele weekend waren het kleine dingetjes. Het begon met Kevin die ziekjes was op vrijdag en problemen met de ophanging van Mick." "In mijn optiek kregen we de zachte banden ook niet goed aan het werk. Veel mensen hadden daar last van, dus het was gewoon zo'n weekend waarbij er allemaal kleine dingetjes niet lekker lopen, maar de banden waren het grootste probleem." Gevraagd of de problemen van Haas aantonen dat ze een kleiner team zijn en daardoor snel terrein kunnen verliezen op de grote jongens, erkent hij dat dat mee kan spelen, maar verder vindt hij niet dat zijn team dit weekend veel fout heeft gedaan. "De grote teams hebben veel meer ervaring en de input die wij hebben gegeven bij onze simulaties was gewoon niet goed. Vooral qua asfalt en de bijbehorende griplevels. Daardoor zijn we met de verkeerde afstelling begonnen." "Het is duidelijk dat we niet de zelfde middelen hebben als de andere teams, maar onze simulatieafdeling is best goed. Ik zal niet zeggen dat ze het slecht hebben gedaan. Soms kom je gewoon nog ergens achter. Het was een nieuwe laag asfalt en daar hadden we misschien niet genoeg data van." Geconfronteerd met de woorden van Magnussen, die denkt dat een mindere afstelling meteen voor grote verschillen kan zorgen in het middenveld, denkt Steiner dat dat later in het jaar minder erg zal zijn dan nu. "Door de nieuwe regels zijn deze auto's namelijk voor iedereen nieuw", zo legt de Italiaan uit. "We zullen steeds meer leren en kunnen ons daardoor beter en beter voorbereiden op een raceweekend, waardoor de resultaten minder zullen fluctueren." "Er zal bijvoorbeeld vast een reden zijn waarom we de banden niet aan het werk kregen. Daar gaan we naar kijken en dan zijn we de volgende keer beter voorbereid. Hoe verder het seizoen vordert, hoe beter iedereen voor zal zijn bereid op verschillende scenario's.