Vanaf komend Formule 1-seizoen is het volgens de regels niet meer toegestaan om statements te maken tijdens een raceweekend, tenzij het is goedgekeurd door de FIA. Acties zoals we zagen bij Lewis Hamilton (bijvoorbeeld het dragen van een Black Lives Matter shirt) of Sebastian Vettel (campagnes voor milieubescherming en dergelijke) gaan we dus niet vaak meer terugzien. Het zorgde voor verdeeldheid in F1-land. De een vond het meer dan terecht, want in de Formule 1 moet het gaan om racen en niet om statements maken. De ander vindt het juist voelen alsof de coureurs de mond worden gesnoerd. FIA-president Mohammed ben Sulayem reageert vanuit Saoedi-Arabië, waar hij bij de Dakar Rally aanwezig is, op de reacties vanuit de paddock. "Dit is allemaal gedaan met acceptatie, overleg en goedkeuring van de World Motor Sport Council", zo begint hij tegenover een kleine groep media. "Ik ben een groot voorstander van de sport. Het gaat om het bouwen van bruggen en je kunt de sport gebruiken voor vrede en dergelijke. Toch is er één ding dat we niet willen en dat is de FIA als platform gebruiken voor een persoonlijke agenda. Dat leidt ons af van de sport."
Ben Sulayem: "We snoeren niemand de mond"
De FIA-president benadrukt dat het mondiale autosportorgaan vooral te veel afleiding van de sport wil voorkomen. "Wat doet de coureur het best? Racen. Ze zijn er zo goed in en ze maken er een groot gebeuren van. Zij zijn de show, zij zijn de sterren. Niemand stopt ze. Er zijn andere platforms waar ze kunnen uiten wat ze willen." "Iedereen heeft dit en ze zijn meer dan welkom om door het proces van de FIA te gaan", aldus Ben Sulayem, die hiermee wijst naar de mogelijkheid voor de coureurs om een actie of statement aan te vragen. "We snoeren de coureurs niet de mond." "Ik heb ook mijn persoonlijke dingen, maar dat betekent niet dat ik de FIA zal gebruiken daarvoor. De FIA moet neutraal zijn en ik geloof dat we de supersterren nodig hebben om de sport compleet te maken. Ze doen het geweldig in de competitie en daar moeten we van genieten", zo sluit Ben Sulayem af.
Meest gelezen
