Hulkenberg pareert veelgehoorde kritiek: "Dan ben je sexy"

Het is een geluid dat je toch regelmatig voorbij hoort komen: 'de ouderen moeten ruimte maken voor de sterren van de toekomst!'. In een dergelijk scenario zou Nico Hulkenberg als één van de wat oudere coureurs het kind van de rekening kunnen zijn, maar hij maakt zich niet druk om dat soort geluiden. Hij weet dat hij met zijn 37 lentes op de teller ook nog heel 'sexy' kan zijn.

"Nee, ik houd me daar niet zo mee bezig. Weet je wat het is? De Formule 1 is eigenlijk een hele simpele business, die ontzettend gericht is op presteren. Als je presteert, ben je aantrekkelijk, ben je sexy en ben je gewild bij de teams. Zo simpel is het."

Hulkenberg heeft een breed perspectief aangaande dit thema, want hij merkt op dat hij beide kanten heeft meegemaakt: "Ik heb aan de kant gezeten dat het niet goed genoeg was en dat ze je niet meer willen. Ik ben nu echter ook gelukkig met het feit dat ik me aan de goede kant bevind en dat ik blijf presteren. Ik heb plezier, heb het naar mijn zin, en dus haal ik het maximale eruit."

Hulkenberg zegt om bovengenoemde dan voorlopig ook echt niet te vrezen voor zijn baan en zijn carrière in de Formule 1: "Zo lang ik het gevoel heb dat ik snel genoeg kan zijn en dat ik de jonge gasten nog kan verslaan en iets kan bijdragen aan een team, denk ik dat ik werk zal hebben. En als ik dat niet meer zo zou voelen, ben ik waarschijnlijk de eerste om dat toe te geven en de sport te verlaten."

Overigens is Hulkenberg zeker niet tegen de nieuw ontstane trend dat jonge coureurs met steeds minder race-ervaring, maar met een uitgebreide, teaminterne opleiding, op jonge leeftijd promoveren naar een racestoeltje. Hij is het ook niet helemaal eens met de suggestie dat er 'opeens' een nieuwe generatie opstaat.

"Ik denk niet dat dit opeens gebeurt. Het is de normale gang van zaken, het is ook het leven. Mensen worden ouder en de nieuwe generatie dient zich aan. Soms gaat dat gepaard met een nieuwe lichting."

"Ik denk dat we de laatste vijf à zes jaar misschien wat meer ervaren en oudere coureurs hebben gezien, maar nu verschuift dat weer naar wat jongere coureurs. Ik denk dat dat elke vijf à tien jaar een keer gebeurt en dat is heel normaal."