Waarom Raikkonen na dit seizoen (niet) moet stoppen met Formule 1

Kimi Raikkonen wordt dit jaar 42 jaar oud en reed de meeste races ooit in de Formule 1 (332 stuks). Toch weet de Fin maar van geen ophouden. Het geheim zit hem in zijn no-nonsense benadering; hij is kort van stof en concentreert zich vooral op wat er op de baan moet gebeuren. Toch zou je zeggen dat er ooit een einde aan een loopbaan moet komen en leeftijd speelt daarin wel degelijk een factor. Michael Schumacher maakte op latere leeftijd een comeback, maar het beste was er toen wel af bij de kampioen. Hij besloot uiteindelijk op zijn 43ste te stoppen. Fernando Alonso (39) maakt dit jaar een comeback, maar er zijn geen garanties dat hij zijn niveau van weleer haalt. Het is geen toeval dat er amper coureurs zijn die op hun veertigste nog op het hoogste niveau acteren. Je lichaam wordt minder sterk na je veertigste en de kans op blessures is dan ook groter. Raikkonens geluk is, dat Formule 1 geen contactsport is, al is een goede conditie uiteraard wel een vereiste. Het is op latere leeftijd wel van belang je lichaam te blijven pushen. Het is voor de Fin dus niet mogelijk om achterover te hangen en alles op ervaring te doen. Hij kan met zijn ervaring echter wel een deel compenseren dat hij op hoge topsport-leeftijd mist. De vraag is natuurlijk wel hoelang Raikkonen het leuk blijft vinden. Bij Alfa Romeo staan de spotlights wat minder op hem gericht, maar hij rijdt voornamelijk achterin mee. Hij eindigde de afgelopen twee seizoenen als twaalfde en zestiende in het wereldkampioenschap en lijkt zo op een roemloos einde van zijn loopbaan af te steven. De kans lijkt ook niet groot dat Alfa Romeo dit seizoen ineens een sprong maakt. In de Formule 1 zijn maar twintig stoeltjes beschikbaar en Kimi Raikkonen houdt er daar eentje van bezet. Zijn goed recht natuurlijk, maar er staan in zijn schaduw aardig wat grote talenten op een kans te wachten. Mocht de Fin weinig meer ambities hebben dan meerijden omdat hij het leuk vindt, is het misschien tijd om plaats te maken. Maar als hij nog even competitief als ooit is en voor en achter de schermen met zijn kennis het team sterker maakt, kan hij nog best even blijven zitten.