Waarom Sainz zich dit jaar het best aanpast aan zijn nieuwe team

Carlos Sainz begon dit jaar aan zijn zevende seizoen in de Formule 1. Dat deed hij bij Ferrari, het vierde team waar hij in zijn loopbaan voor rijdt. Hij begon aan de zijde van Max Verstappen in 2015 bij Toro Rosso, waarna hij in de jaren daarna rondtoerde bij Renault en McLaren alvorens hij uiteindelijk de overstap zou maken naar de Scuderia. Daar had hij de smaak dit voorjaar al snel te pakken, en dat terwijl hij vergeleken met de vorige seizoenen maar heel weinig tijd heeft gehad om aan zijn bolide te wennen. Drie testdagen (anderhalf per coureur) werden er in 2021 afgewerkt, in tegenstelling tot zes vorig jaar en minstens acht in de jaren daarvoor. Het feit dat het alweer zijn vierde team is uit zijn loopbaan, heeft volgens Sainz geholpen bij het wennen aan de Ferrari SF21, zo vertelt hij tegenover onder meer RacingNews365 . "Toen ik van Toro Rosso de overstap maakte naar Renault, dacht ik dat het misschien een uitzondering zou zijn dat die wagens zo verschillend waren. Toen ik echter van Renault de overstap maakte naar McLaren was het weer een compleet andere auto, net als ik dit jaar bij Ferrari ook weer in een totaal andere bolide rijd dan vorig jaar." Daardoor is hij als het ware getraind in het wennen aan een nieuwe bolide. "Het heeft mijn ogen geopend voor hoe anders het kan zijn bij verschillende teams en hoe je je daar aan moet aanpassen. Doordat ik in zes jaar vier verschillende teams heb gehad, zal ik daar misschien beter in getraind zijn", aldus Sainz. "Toch zit het 'm ook in de details", vervolgt de Spanjaard. "Toen ik bij Renault kwam, had ik meteen de snelheid te pakken. Die laatste twee tienden eruit weten te persen, door je rijstijl aan te passen en allerlei dingen te tweaken, die kwam ik echter nog tekort. Bij McLaren en nu bij Ferrari is dat ook zo. Al die verschillende set-up opties die je tot je beschikking hebt en hoe je die moet gebruiken, daar heb je waarschijnlijk jaren aan ervaring voor nodig in dezelfde auto om te weten hoe die precies werken op elk circuit." Er zit dus nog meer in het vat, maar comfortabel met de Ferrari-bolide is hij al wel. Hij heeft dan ook vele uren doorgebracht in de fabriek om alles tot in de details te kunnen verbeteren. "Ik breng veel tijd door in de fabriek, om zo elk detail van de wagen uit te vogelen, om te snappen hoe ik de wagen moet besturen." "Ook om te weten hoe Leclerc zo goed kan zijn in de kwalificatie", vervolgt hij. "En om te begrijpen hoe ik dat ook kan zijn. Daar probeer ik van te leren. Formule 1-bolides zijn tegenwoordig heel complex en je moet echt tijd investeren om ze helemaal te snappen. Tegelijkertijd moet je het wel in je hebben om je aan te passen, want anders is het onmogelijk." "Ik moet dus nog steeds mijn stijl aanpassen", gaat hij tot slot verder. "Ik moet daar open voor staan, dat wat ik deed bij McLaren waarschijnlijk niet werkt bij Ferrari. Ik moet waarschijnlijk een paar technieken veranderen, dus het is allemaal vrij lastig."