‘Het talent’ is een begrip dat al jarenlang wordt gebruikt om de nu 23-jarige De Vries te omschrijven. De twintiger uit Sneek is absoluut razendsnel, wist in elke openwielklasse waaraan hij deelnam te zegevieren en maakte het gedurende zijn carrière tot dusver menig huidig Formule 1-coureur moeilijk. Toch blijft die laatste stap, de sprong naar de Formule 1, voorlopig uit. In gesprek met Racingnews365 laat De Vries blijken zich niet al te druk te willen maken, maar dat de droom om in de koningsklasse actief te zijn nog altijd springlevend is.
“Ik begrijp dat de media altijd de link naar de Formule 1 zal leggen en om doelen zal vragen”, zucht De Vries, haast geagiteerd, als hem de F1-kwestie wordt voorgelegd. “Ze willen het onderstrepen, vermelden, en dat valt ook heus te begrijpen. Ik probeer me daarin tegenwoordig gewoon iets relaxter op te stellen. Samen met mijn nieuwe werkgever ben ik ervan overtuigd dat zowel het team als de rijder over de capaciteiten beschikken om overwinningen te boeken.” Die nieuwe werkgever is het vermaarde ART Grand Prix. Nadat Prema, het team waarvoor De Vries in 2018 uitkwam, haast niet anders kón dan Mick Schumacher in haar tweede F2-wagen te zetten, besloot de Nederlander in te gaan op een aanbieding van het Franse team dat dit jaar in de persoon van George Russell de F2-kampioen afleverde.
George Russell (20), de man die in 2018 Formule 2-kampioen werd Ook al is 2019 nog niet begonnen, De Vries heeft al een aanvalsplan klaarstaan. “Het is niet per se nodig om elke race te winnen. Als we bijvoorbeeld tijdens het openingsweekend in Bahrein vijfde of zesde worden, dan is er nog geen man overboord. Er valt nog wat winst te halen op het gebied van het opbouwen van een seizoen”, analyseert de jongeman die jarenlang deel uitmaakte van het juniorprogramma van McLaren, maar uiteindelijk andere namen door zag stromen. “Als we rustig blijven, samen als ART en Nyck zijnde de boel opbouwen en elk weekend streven naar het aantal punten dat op dat moment het maximaal haalbare blijft, dan komen overwinningen vanzelf wel. Dat klinkt heel cliché en makkelijk, maar wanneer de strijd levendiger wordt en er veel gaande is ook wat betreft de F1-markt, dan kan je je weleens af laten leiden. Doordat je emoties opspelen, zou je kunnen vergeten om rationeel na te denken.”
Nyck de Vries
Eigenlijk ben ik alleen maar heel erg dankbaar met de kans die ik ga krijgen
ART Grand Prix, de naam is gevallen. De stal van Frédéric Vasseur (die overigens tevens als teambaas van Alfa Romeo Sauber actief is) bood een helpende hand in De Vries’ zoektocht naar een F2-titel. Voor de nodige financiële ondersteuning nam de opleidingsstal het rijkeluiszoontje Nikita Mazepin aan. De Vries mag zich in 2019 als kopman roeren. De Nederlander kan het aanbod van ART bijzonder waarderen, helemaal omdat de combinatie twee jaar geleden weleens stroef samenwerkte. De Vries reed namelijk al eens voor ART: in 2016 verdedigde de Sneker samen met onder meer Charles Leclerc en Alexander Albon de kleuren van het Franse team in de GP3. Waar Leclerc en Albon op de plaatsen één en twee eindigden in het klassement, daar moest De Vries genoegen nemen met een zesde plaats in de eindrangschikking. “We beleefden in de GP3 een seizoen dat best moeizaam verliep”, blikt De Vries eerlijk terug, “maar toch zijn ze bij mij teruggekomen en geloven ze er blijkbaar voldoende in om er samen weer voor te gaan. Dat vind ik een mooi gebaar, dat zegt iets over het wederzijdse vertrouwen. Nadat het aanbod binnenkwam en helder werd dat er bij Prema nog een hoop onduidelijkheid was, ben ik die kant opgegaan. Eigenlijk ben ik alleen maar heel erg dankbaar met de kans die ik ga krijgen.” Tekst gaat verder onder foto
Een unique selling point van De Vries is het feit dat de 23-jarige inmiddels over een superlicentie beschikt. De Nederlander zou dus op elk moment in een Formule 1-wagen mógen stappen en zelfs deel kunnen nemen aan een Grand Prix. “Gelukkig heb ik die punten inmiddels binnen, indien je ooit genoodzaakt bent om in te vallen dan heb je ze natuurlijk wel nodig. Dat is trouwens een belangrijk detail: geen van de huidige, voor 2019 bevestigde reservecoureurs heeft daadwerkelijk een superlicentie.” En daar heeft de trotse Fries een punt. Nicholas Latifi (Williams), Sergio Sette Camara (McLaren), Pietro Fittipaldi (Haas) komen op dat vlak immers nog tekort. Daar tegenover staat echter wel dat Jack Aitken (Renault) en Esteban Ocon (Mercedes) wél direct in actie zouden mogen komen. Wat er voor De Vries in het verschiet ligt, weet hij zelf nog niet. “In de komende winter kijken we wel verder wat er allemaal gaat gebeuren.”
Meest gelezen
