Doornbos typeert 'speciale' Horner en 'Einstein' Newey: "Dat trok Red Bull aan"

In gesprek met F1.com typeert Robert Doornbos Christian Horner en Adrian Newey. Het duo, al ruim anderhalf decennium lang samen met Helmut Marko de grote kopstukken bij Red Bull, werkte in 2006 samen met de Nederlandse coureur, die toen de testcoureur was bij het team en dat jaar bovendien drie Grands Prix af mocht werken.

Al op 31-jarige leeftijd werd Horner begin 2005 aangesteld als teambaas van Red Bull Racing. Twee maanden daarvoor had de energiedrankjesfabrikant het Jaguar-team gekocht. Robert Doornbos weet wel waarom Red Bull bij Horner uitkwam in de zoektocht naar een geschikte teambaas. "In de Formule 3000 sponsorde Red Bull mijn teamgenoot, Vitantonio Liuzzi, dus ze namen al een kijkje in de keuken van Arden en leerden Christian zo kennen."

Horner was teambaas en teameigenaar van het F3000-team. "Hij liet alles er smooth uitzien. Alle auto's in die raceklasse waren gelijk aan elkaar, maar Christian stuurde al een paar dagen voor het raceweekend personeel naar het circuit om de pitbox te verven en om er zeker van te zijn dat alle kleding op tijd was gewassen. De andere teams dachten 'wow, zij zitten erbovenop'. Dan heb je de eerste twee tienden van een seconde voorsprong al te pakken, is wat Christian mij altijd heeft verteld."

"Dat heeft Red Bull, of in ieder geval Helmut Marko, denk ik aangetrokken. Helmut dacht: 'Oké, als we een teambaas nodig hebben, dan hebben we er een nodig die het anders aanpakt. In plaats van een bekende naam, nemen we een jonge gast en halen we hem naar de Formule 1.'", herinnert Doornbos zich. "In die eerste jaren bij Red Bull, zag je de vastberadenheid van Horner om het tot een succes te maken. Hij had iets speciaals als leider, ondanks zijn jonge leeftijd."

Adrian 'Einstein' Newey

Niet alleen Horner viel positief op, ook technisch F1-goeroe Newey verraste Doornbos. In 2006 kwam de Britse ontwerper naar het Red Bull-team, waar hij de Nederlander dus als testcoureur aantrof. "Adrian is de Einstein van de Formule 1", is Doornbos enthousiast. "Ik begreep zijn denkwijze pas echt tijdens een testdag als we iets nieuws aan het proberen waren op de auto."

"Op een gegeven moment vroeg hij mij of ik dacht dat het mogelijk was om een F1-bolide met je voeten op elkaar te besturen, met de rem onderaan en het gaspedaal daar bovenop, zodat de auto aan de voorkant slanker zou zijn. Ik zei: 'Dat is fysiek onmogelijk'. Hij keek me aan en schreef iets op. 'Ik wil iets veranderen', zei Adrian. 'Wat?', vroeg ik. Newey zei: 'Het zit tussen het stuur en de motor'. 'Dat ben ik!', riep ik", lacht de Nederlandse coureur.

"Als je Newey carte blanche zou geven, dan zou hij een robot of iets dergelijks in de auto zetten. Die balans tussen de menselijke factor en Newey die alleen maar in getallen en data denkt, is heel uitzonderlijk om mee te werken. Hij blijft de grenzen verleggen", zo sluit Robert zijn verhaal af.