Enkele weken geleden deed de Formule E voor de tweede keer het circuit van Monaco aan in exact dezelfde configuratie als de Formule 1. In een jaar waarin de Formule E gebruik maakt van nieuwe, op papier snellere GEN3-bolides, is duidelijk dat de klasse qua snelheid nog een grote slag te slaan heeft, zowel qua topsnelheid als qua snelheid in de bochten. Jake Hughes pakte de poleposition in een tijd van 1:28.942. Daarmee was de ronde inderdaad sneller dan de poletijd uit 2022 toen er nog gereden werd met GEN2-bolides. Welgeteld is er een seconde gewonnen ten opzichte van het jaar ervoor. Dan nu de poleposition-tijd van Charles Charles in de Formule 1 in 2022: 1:11.376, méér dan 17,5 seconden sneller. Natuurlijk kun je discussiëren over de vraag of rondetijden de enige graadmeter kunnen zijn voor de kwaliteit of grootsheid van een autosportklasse, maar duidelijk is dat in een rechtstreeks duel de Formule 1 gehakt maakt van de Formule E. Overigens was men deze vrijdag in de Formule 3 ook ruim vijf seconden sneller dan de Formule E-poletijd. Natuurlijk, de Formule E wint het op het gebied van duurzaamheid, puur kijkend naar de CO2-uitstoot per ronde. Maar als over enkele jaren de F1 met volledig klimaatneutrale brandstof gaat rijden, valt dat voordeel ook weg. Dan krijg je een wedloop tussen elektrische motoren en ouderwetse verbrandingsmoten (met hybridecomponenten), waar 'schone' brandstof doorheen loopt. Op papier interessant, mits de rondetijden zich wat meer tot elkaar verhouden dan nu het geval is. Rijd hieronder mee aan boord met Max Verstappen tijdens een simronde op het circuit van Monaco.
Meest gelezen
