Formule 1-team Ferrari loopt meer achterstand op door coronavirus

De hele wereld is in de ban van het coronavirus, maar Italië wordt zeer hard geraakt. Inmiddels zijn er meer dan 80.000 besmettingen officieel vastgesteld en overstijgt het dodenaantal de 8000. De overheid in Italië greep weken geleden al hard in, waarbij het de inwoners verplichtte om in hun huizen te blijven. Voor het Formule 1-team en de sportwagentak van Ferrari heeft dit grote gevolgen gehad. Daar waar teams in het Verenigd Koninkrijk nog langer door konden werken, sloot het bedrijf vanaf 15 maart noodgedwongen haar deuren. Dit betekent dat Ferrari na terugkomst uit Melbourne niet of nauwelijks meer aan de ontwikkeling van haar auto heeft kunnen werken, in tegenstelling tot Mercedes en Red Bull. Met het oog op racen in de zomerstop en het proberen te reduceren van de verschillen in ontwikkeling moeten alle F1-teams in de periode maart/april verplicht drie weken dicht. Deze bedrijfsstop vervangt de tweewekelijkse zomerstop in augustus. Ferrari maakte vandaag bekend dat het op 14 april de deuren van haar fabrieken weer hoopt te openen - een maand na de sluiting van de fabriek. Onduidelijk is nog of dit ook daadwerkelijk vanuit de overheid wordt toegestaan, aangezien het land nog altijd gebukt gaat onder het coronavirus. De ontwikkelingsachterstand van Ferrari liep in de afgelopen weken al op doordat het minder gebruik kon maken van haar faciliteiten dan de concurrentie. Mocht een langere sluiting van de fabriek, met belangrijke R&D-faciliteiten en windtunnel, noodzakelijk zijn, dan heeft dit sportief gezien ook grote gevolgen voor de legendarische Italiaanse renstal.