Hoe Verstappen-uitspraken Albon pijn deden: "Max vertelde hoeveel beter het was"

Na anderhalf seizoen bij Red Bull, gedurende welke hij Max Verstappen niet bij wist te houden, koos het team ervoor om Alexander Albon te degraderen tot reservecoureur en Sergio Perez in zijn plaats aan te trekken. In de Beyond the Grid podcast vertelt Albon hoe zwaar dat hem viel. "Het maakte me kapot. Echt. Het was verschrikkelijk toen het werd bekend gemaakt dat ik niet langer voor het team zou rijden. Het was heel laat, in december." "Ze geloofden echter nog steeds in me, Christian en Helmut, en ze vertrouwden me. Ik heb nog steeds een hele goede relatie met alle mensen waarmee ik werkte bij Red Bull", zo blikt hij ruim een jaar later terug nu hij voor Williams rijdt.

Albon zat niet bij de pakken neer

Albon moest zijn uren door gaan brengen in de Red Bull-simulator, maar zette al heel snel de knop om. Als hij nog een tweede kans wilde in de Formule 1, dan moest hij die taak met verve gaan vervullen. "Daarna dacht ik: 'Oke. Ik wil F1-coureur zijn, meer dan wie dan ook. Hoe gaat me dat weer lukken?'", zo herinnert hij zich. "Ik had het gevoel dat ik een van de meest hongerige coureurs was. Heel snel wist ik dat ik gewoon mijn uiterste best moest doen, meteen, en mijn waarde moest laten zien." "Ik reed niet in de auto, maar daarbuiten moest ik wel mijn waarde laten zien. Ja, oke, in de sim rijd je, maar dat was het dan ook. Vervolgens ging ik meteen aan de slag en in december 2020 was ik in de simulator al in de bezig met de ontwikkeling van de 2021-bolide. We focusten op enkele vlakken die de 2020-bolide zo lastig te besturen maakte."

Bitterzoet

Albon had het namelijk zeer lastig met de achterkant van de Red Bull RB16. Verstappen ook, maar de Nederlander wist hier beter mee om te gaan. Mede door het werk van de Britse Thai in de sim, konden de problemen worden opgelost en kon Verstappen meestrijden om de wereldtitel. Aan de ene kant mooi, maar aan de andere kant ook zuur voor Albon. Juist de zwakke plek van de RB16, die hem de das om had gedaan, was nota bene mede door hem verholpen en plots was Red Bull zeer competitief. Toen Verstappen dat deelde, deed dat Albon pijn. "Toen we in Bahrein aankwamen voor de drie wintertestdagen was de auto meteen snel, vanaf de eerste meters. Ik was daar ook aanwezig en luisterde mee op de radio." "Checo was natuurlijk nieuw bij Red Bull, maar Max had de auto het jaar daarvoor al bestuurd. Hij vertelde meteen hoe veel beter het aanvoelde en hoeveel stabieler de achterkant van de RB16B was", zo blikt Albon terug op het begin van het 2020-seizoen. "En dan denk je: ugh . Het doet wel een beetje pijn, want je hebt daar ook aan bijgedragen. Mensen als Adrian Newey en Christian Horner prezen mij wel voor mijn werk als reserve- en simulator-coureur. Ik zal niet zeggen dat ik enorm heb geholpen, maar ik heb wel mijn steentje bijgedragen in 2021."

Albon wilde Verstappen zien winnen

Uiteindelijk ebde de pijn bij Albon weg en stortte hij zich volledig op zijn werk als reserve en simulatorcoureur. Met succes, want hij speelde een kleine rol in in het kampioenschap van Verstappen. Dat zorgde voor trots bij Albon, want hij wilde echt dat de Nederlander er met de titel vandoor ging. "De eerste paar races van het vorige seizoen waren verschrikkelijk. Ik was de reservecoureur, dus ik moest daar aanwezig zijn, maar ik zat daar gewoon en probeerde me zo veel mogelijk afzijdig te houden. Uiteindelijk wende het wel. Een dag of vier per week zat ik in de simulator. Ik had het vorig jaar drukker dan dit jaar!" "Uiteindelijk had ik wel plezier toen ik gewend was aan het idee dat ik niet racete. Ik voelde me steeds meer een teamplayer en mijn hart lag nog steeds bij Red Bull. Ik wilde dat Max kampioen zou worden, dus ik wilde het team helpen te winnen. Toen hij de titel won voelde het heel goed en ik was heel blij voor Verstappen en het team. Daar doe je het dan uiteindelijk voor."