Esteban Ocon kan terugkijken op een sterk Formule 1-seizoen in 2022. De Fransman finishte op de achtste plaats en duldde alleen Lando Norris voor zich als best of the rest achter de drie topteams. Hiermee finishte hij hoger dan teamgenoot en tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso. Toch is er ruimte voor verbetering bij Ocon. Vooral in de interne strijd kan er het een en ander verbeterd worden, zo legde teambaas Otmar Szafnauer onlangs uit aan de media, waaronder Racingnews365 . "Hij moet beter inschatten wanneer zijn teamgenoot naast hem rijdt, want je wint een race niet in de eerste ronde. Om het nou om een gevecht met zijn teamgenoot gaat of niet." "Als je agressief bent tegenover een concurrent en je vliegt er allebei vanaf, dan verliest iedereen. Als je agressief bent tegen je teamgenoot en je knalt er allebei vanaf, raad maar wie er dan verliest. Dat inschattingsvermogen kan waarschijnlijk wat beter. Je kan ze later nog pakken." De Roemeens-Amerikaanse teambaas heeft het er al wel over gehad met Ocon. "En als hij het nog eens nodig heeft, dan herinner ik hem er graag aan!"
Stijgende lijn bij Ocon
Dat er wat verbeterpunten zijn voor Ocon hoeft natuurlijk niet te betekenen dat het slecht gaat met de Fransman bij Alpine. "Hij wordt zeker volwassener", zo vervolgt Szafnauer. "Hij begrijpt dingen beter en waar ik erg tevreden over ben is dat Esteban niet bezwijkt onder druk. Ik zag het toen hij in de GP van Honagrije in 2021 won in gevecht met (Sebastian) Vettel." "Wij hadden de snellere auto en hij maakte geen fouten daar. Hij plaatste zijn auto op de juiste plaats en pakte de zege", vervolgt hij, om vervolgens aan te geven dat hij in Japan '22 zo mogelijk nog meer onder de druk was. "Het was indrukwekkender voor mij dat het gebeurde in de regen op Suzuka, wat al geen makkelijk circuit is om op te rijden. En dat ook nog eens met Lewis (Hamilton) achter je. in een snellere auto en je finisht alsnog voor hem. Dat is indrukwekkend. Hij is volwassener geworden. Kan hij zich nog verbeteren? Ja, nog wel, maar daar werken we aan."
Meest gelezen
