McLaren zet Senna buitenspel met verrassende line-up

Op 10 februari 1993, vandaag exact 32 jaar geleden, lijkt Ayrton Senna Formule 1-coureur af te zijn. McLaren kondigt niet de drievoudig wereldkampioen aan als coureur, maar Mika Hakkinen en Michael Andretti. 

McLaren moet het dat jaar zonder fabrieksmotoren stellen na het vertrek van Honda als de zeer gewaardeerde partner van zowel McLaren als Ayrton Senna persoonlijk, nieuws dat in 1992 al bekend werd. Senna gelooft er heilig in dat je enkel kampioen kan worden met fabrieksmotoren en dus niet met bijvoorbeeld de Ford-klantenmotoren die achterin de nieuwe MP4/8 komen te liggen.

Niet voor niets solliciteert Senna bij Williams. Sterker nog, hij biedt aan om gratis te rijden voor het team dat het jaar ervoor zó dominant was met Nigel Mansell. Echter, aartsrivaal Alain Prost heeft al een contract met Williams en steekt een stokje voor de komst van de Braziliaan, hetgeen Senna ertoe uitnodigt om Prost voor 'lafaard' uit te maken.

Maar wat dan? De topteams liggen niet voor het oprapen. McLaren speelt hoog spel en wil niet wachten op Senna, waardoor men de bovenstaande twee namen presenteert. Maar natúúrlijk wil McLaren Senna evengoed hebben, alleen komt Senna bij gebrek aan een competitieve motor - in zijn ogen - met financiële eisen die voor die tijd astronomisch zijn. 

McLaren, dat minder kapitaalkrachtig is dan de in de gouden jaren ervoor, niet in de laatste plaats omdat het opeens moet betalen voor motoren, kan hooguit 5 miljoen ophoesten, waarna Senna aangeeft dat dat genoeg is om hem vijf races te laten rijden. In de tussentijd kan het team dan op zoek gaan naar extra budget. Zo kwam de één miljoen dollar per race-constructie tot stand. Vriendelijk verzoek of dat dan uiterlijk de woensdag vóór de race op de bankrekening van Senna kon staan, anders liet hij zichzelf niet zien.

Senna houdt voet bij stuk

Zo geschiedde. Hakkinen werd op reservebank geparkeerd en Senna wist uit de lichtere, maar minder krachtige V8 van Ford meer te halen dan er stiekem in zat. Senna wordt in die eerste vijf races twee keer tweede, maar wint ook twee keer, waaronder die beruchte regenrace op Donington Park.

Uiteindelijk gaat teambaas Ron Dennis ermee akkoord dat voor alle andere races van 1993 ook een bedrag van één miljoen over wordt gemaakt. Philip Morris, waar sigarettenmerk Marlboro als hoofdsponsor onder viel, zou daarin een zeer belangrijke rol hebben gespeeld. Twee keer dreigde Senna daadwerkelijk niet naar een GP te komen toen het geld er niet op tijd was. De eerste keer werd het opgelost doordat het geld er op donderdagmorgen alsnog was, de tweede keer zou Dennis naar verluidt bepaalde persoonlijke garanties hebben afgegeven. Wat die inhielden, is niet bekend.

Uiteindelijk wint Senna dat jaar 5 races, waaronder ook de laatste twee. Het kan niet voorkomen dat Senna per 1994 alsnog naar Williams verhuist. Twee maanden na die bekendmaking kondigt McLaren een fabrieksdeal met Peugeot aan, een keuze waar Senna graag eerder van had willen weten: "Als dit twee maanden eerder was gebeurd, was ik gebleven", zo sprak Senna tegen Dennis volgens een interview met de teambaas door F1.

Het liep dus anders en zoals bekend met fatale gevolgen. Op 1 mei 1994 crashte Senna op het circuit van Imola zonder in de twee races daarvoor ook maar een punt te hebben gescoord met Williams.