Voordat het Formule 1-seizoen van 2019 was begonnen, ging bij veel mensen de vlag al uit. De machtige vorm van Ferrari in de testweken was voor sommigen al reden voldoende om de dominantie van Mercedes als afgelopen te bestempelen. Niets bleek minder waar, aangezien de Duitse renstal toch weer met nog enkele races te gaan de wereldtitel binnenhaalde. Technisch directeur James Allison vertelt echter dat Mercedes aanvankelijk maar weinig van zijn auto begreep. In gesprek met Auto, Motor und Sport vertelt Allison dat Mercedes pas op de valreep van de wintertestdagen begreep hoe de auto in elkaar stak. "Het was het plan om in de eerste week de basisversie van de auto te gebruiken voor het testwerk, zodat we meer tijd hadden om de W10 voor het 2019-seizoen verder te ontwikkelen", legt Allison uit. "We wisten daarom dat de auto in eerste instantie niet competitief zou zijn, maar met de upgrades die later kwamen wel, dat was het plan. We hadden echter niet voorzien dat de upgrades die we meenamen niet direct werkten. Het was pas op de laatste testdag dat de Mercedes op gang kwam", aldus een terugblikkende Allison. Dat Mercedes moeite had de auto aan de praat te krijgen, is achteraf gezien geen verrassing, zo vindt Allison. "We hadden het onszelf te lastig gemaakt door de 'window' waarin de auto werkt te groot te maken. Hierdoor konden we met moeite een goede afstelling vinden voor de Mercedes." Toen de upgrades eenmaal bleken te werken op de Mercedes, was het een verschil als dag en nacht. "In vergelijking met de auto die we uiteindelijk in Melbourne hadden, was de basisauto ongeveer acht tienden van een seconden langzamer", bekent de technisch directeur. "Op de laatste dagen reden we eindelijk de tijden die we hadden verwacht. Mensen dachten zelfs dat we met minder brandstof aan boord reden, zoveel sneller waren we", besluit Allison.
Meest gelezen
