Het hele jaar is er al veel te doen omtrent de Formule 1-motoren. Niet alleen over de motoren die vanaf 2021 geïntroduceerd worden, of toch niet, maar ook over de huidige krachtbronnen. In Nederland kennen we het geklaag van Red Bull over Renault inmiddels van buiten, maar ook Ferrari ligt continu onder een vergrootglas.
Voor het eerst sinds 2014 lijkt Mercedes haar dominantie verloren te zijn en schuift het maar al te graag de favorietenrol af op haar Italiaanse concurrent. Monza, daar waar tienduizenden tifosi samenkomen om Vettel en Raikkonen naar de zege te schreeuwen, vormt het decor voor een heuse powerbattle. Vermogen, piekvermogen en betrouwbaarheid. Nergens anders krijgen de motoren zo op hun donder als op Monza. Komt Verstappen nu echt 70 PK tekort ten opzichte van Ferrari of Mercedes? Is Honda nog altijd het lelijke eendje, of werken de upgrades uitstekend? Alle motorleveranciers hebben in Spa of op Monza upgrades beschikbaar van hun krachtbron. Voor Ferrari zal er alles aan gelegen zijn om voor het eerst sinds 2013, toen Alonso zegevierde, voor eigen volk weer eens te schitteren. Sindsdien was het Mercedes dat de klok sloeg.
De verwachting is een tweestrijd tussen Ferrari en Mercedes, maar ook Renault neemt een motorupgrade mee. Liefst drie tienden verwacht de Franse motorleverancier aan tijdwinst. Een gigantische sprong, mits deze ditmaal wel echt waargemaakt wordt. Red Bull zal ook met argusogen de prestatie van Toro Rosso-Honda in de gaten houden. Sinds Red Bull een contract getekend heeft met de Japanse motorleverancier is het alleen maar de ‘goed nieuws show’. Iedere upgrade is goed en succesvol, het gat met Renault is gedicht etc etc. Afijn, het lijkt bijna een communistisch model waarmee Red Bull het ‘nieuws’ bij de fans bezorgt. Op Monza wordt er dit weekend veel duidelijk. Alle mooie praatjes en beloftes kunnen direct de prullenbak in. Verhalen over upgrades, PK’s en tijdwinst vallen in het niet bij de klok die wegtikt op Monza. En die klok? Die liegt niet.
Meest gelezen
