Technisch directeur Mercedes wil regel veranderen: "Wolff zal me hiervoor haten"

James Allison is al bijna dertig jaar een vaste waarde in de Formule 1. Na twee decennia lang verschillende rollen te hebben vervuld op verschillende aerodynamica afdelingen van verschillende Formule 1-teams werd hij in 2009 de technisch directeur van Renault. Vervolgens vervulde hij diezelfde rol bij Ferrari (vanaf 2013 tot en met 2016) en sinds 2017 is hij de technische voorman bij Mercedes. Als het creatieve brein achter onder andere het DAS-systeem wordt gevraagd welke Formule 1-regels hij zou willen veranderen, technisch of sportief, heeft hij zijn antwoord al klaar staan. "Aan het technische regelboek zou ik niet komen. Dat regelboek is waardevol om de auto's veiliger, sneller of langzamer te maken, maar de manier waarop de Formule 1-coureurs tegen elkaar racen wordt daar nauwelijks door aangetast." Daarom zou Allison het liefst in het sportieve regelboek duiken. "Daar zou ik één verandering aanbrengen. Iedereen om me heen zou me ervoor haten en ook Toto Wolff zal me hierin zeker niet steunen. Ik zou de blauwe vlaggen namelijk verbannen. Dat zou de race een absolute nachtmerrie maken voor een snelle auto, omdat achterlopers niet aan de kant zouden gaan en een snelle coureur zich dan langs die achterlopers moet vechten." "Dat zou elke Grand Prix de gehele race lang interessant maken. Het zou tevens betekenen dat de teams allemaal allianties moeten vormen op de baan en sommige teams heel nerveus zullen worden als ze achterlopers tegenkomen van teams waar ze ooit ruzie mee hebben gehad. Politiek gezien zal het dan zeer interessant worden." Een slecht idee voor een team als Mercedes, maar dat beseft de technische routinier maar al te goed. "Voor ons zal het desastreus zijn, maar op de lange termijn zal het de sport alleen maar interessanter maken", aldus de 52-jarige Brit. Kan Max Verstappen wel ooit kampioen worden Red Bull? Is er sprake van een crisis? Wat brengt de toekomst? Luister nu de Formule 1-podcast van RacingNews365 met Tom Coronel, Ruud Dimmers en host Thomas van Groningen.