Verstappen: "Als ik een eikel ben, dan mag je dat tegen me zeggen"

Voor het eerst in zijn carrière is Max Verstappen verwikkeld in een ware titelstrijd. Het zorgt er niet voor dat hij zich anders gaat gedragen. Integendeel, al zijn hele Formule 1-carrière lang laat hij weten waar het op staat. Of dat nou positief of negatief is, de Red Bull-coureur communiceert altijd heel duidelijk met zijn team en de rest van de wereld. In gesprek met The Guardian vertelt Verstappen over zijn instelling. "Ik ben recht voor z'n raap. Als ik denk dat het shit is, dan is het shit. Als ik denk dat het goed is, dan denk ik dat het goed is. Zo communiceer ik met het team. Dat vertel ik ook aan het team: 'je kan tegen me zeggen wat je wilt, als ik een eikel ben dan mag je dat zeggen.' Als ik het verpest, dan verpest ik het. Als ik het goed doe, dan doe ik het goed." Want het zit niet in de aard van het beestje om iets mooier te maken dan het is. "Ik kan niet altijd supernetjes en aardig zijn: zo zit ik niet in elkaar. Je moet fel zijn tegen elkaar, zeker in moeilijkere tijden of als je niet blij bent met bepaalde dingen. Het is een wisselwerking. Zij vertellen het aan mij, ik vertel het aan hen. Je zou kritiek moeten kunnen incasseren en kritisch kunnen zijn." Dat hij het in zich had om om de titel te strijden, dat wist hij altijd al. Hij had alleen nog even de auto ervoor nodig. "Ik wist dat als ik een auto had waarmee ik kon vechten voor de titel, dat ik dan mee zou doen vooraan. Dat laat ik nu ook zien. Het komt vanzelf. Ik weet wat ik moet doen om snel te zijn op het circuit. Ik hoef niet te overdenken en te stressen over veel dingen om ook snel te zijn." Verstappen neemt op een manier een voorbeeld aan zevenvoudig kampioen Hamilton, die de vorige jaren door zijn zeer constante prestaties naar de titel kon rijden. "Je kan geen uitvalbeurten hebben of fouten maken waardoor je veel punten misloopt. Dat kan het kampioenschap verpesten. Ik weet dat. Lewis is al heel lang heel consistent geweest en dat is hoe je titels wint." Daarbij schuwt hij een duwtje zeker niet, maar met mate, want goed finishen is soms belangrijker dan winnen. "Als ik een gat zie, dan ga ik ervoor", legt hij uit. "Dat is mijn stijl, met ellebogen en al. Maar als je in een titelstrijd verwikkeld bent, dan moet je elke race opnieuw aan punten denken. Het is een soort balans die je moet vinden. Men zegt dat je haast wel moet crashen als je samen strijdt voor de titel, maar zo kijk ik er niet naar. Lewis en ik geven elkaar altijd ruimte, dat is wat mensen graag zien, we maken er geen vuil spelletje van. Dat is onnodig."