Verstappen: "Ik wilde altijd de snelste zijn, maar nu niet meer"

Max Verstappen kwam als 17-jarige jongeman de Formule 1 binnengerold. Al na een ruim jaar zat hij in een top-auto en kon hij meestrijden om de podiums en zo nu en dan de overwinningen. Wel moest hij nog een hoop leren. Bijvoorbeeld dat hij niet altijd tot het gaatje moet gaan tijdens de race, zo vertelt hij tegen The Race . "Ik heb een jaar Formule 3 gedaan en daarna maakte ik meteen al de overstap naar de koningsklasse van de autosport. Je moet dus leren dat je, zeker als je een bolide hebt waarmee je verder vooraan kan rijden, niet altijd moet racen alsof het alles of niets is", zo legt de Nederlander, die inmiddels bezig is aan zijn zevende seizoen in de Formule 1, uit. De laatste jaren heeft ook Verstappen dat door en gaat het beter, meent hij. "Je hoeft niet elke race punten te scoren. Het is niet altijd mogelijk of je hebt het niet altijd zelf in de hand, maar ik heb het gevoel dat het bij mij al sinds 2018 goed gaat. Je wordt nog steeds beter, maar die aanpak heb ik al een tijdje. Dit jaar, wetende dat ik een wagen heb waarmee ik kan strijden om de titel, moet je daar extra rekening mee houden. Maar dat doe ik al sinds 2018." Sinds dat jaar heeft Verstappen zijn aanpak namelijk veranderd, vertelt hij. Altijd wilde hij bovenaan staan, ook als het slechts een training was op vrijdag. Daar is hij vanaf gestapt. "Ik wilde eerst altijd eerste zijn, elke trainingssessie opnieuw. Ik wilde altijd de snelste zijn, terwijl dat niet altijd nodig was. Door de jaren heen is dat wel veranderd." En dus werd Verstappen ook op die manier weer een klein beetje beter. Dit jaar straalt hij veel volwassenheid uit en racet hij als een wereldkampioen in wording, maar volgens hem is dat al langer zo. "Het is lastig om te zeggen dat ik beter ben geworden, of ik mezelf heb verbeterd. Ik heb wel het gevoel dat alles net wat smoother gaat. Ik heb weer meer ervaring, en dat helpt over het algemeen denk ik voor je prestaties", aldus de Red Bull-coureur.