Vijf F1-coureurs die van een topteam naar een achterhoedeteam gingen

Damon Hill Halverwege de jaren '90 presteert Damon Hill op de toppen van zijn kunnen. Na titelduels met grote namen als Jacques Villeneuve en Michael Schumacher pakt de Brit in 1996 de wereldtitel met Williams. Hill werd echter gedurende het seizoen al bedankt voor zijn diensten en kreeg te horen dat hij in 1997 niet terug hoefde te keren. Damon Hill vond onderdak bij het kleine Arrows, waar men met zeer onbetrouwbare Yamaha-motoren reed. Op de Hungaroring liet hij echter nog een keer zijn klasse zien door het onmogelijke te presteren. Hij pakte de poleposition en leek op weg naar de overwinning, toen een hydraulisch probleem hem terugwierp naar de tweede plaats. Jos Verstappen Net als Damon Hill verhuisde Jos Verstappen na zijn Formule 1-debuut in 1994 van een kampioensteam naar een achterhoedeteam. Bij Benetton, waar hij naast oogappel Michael Schumacher debuteerde met onder andere twee podiumplaatsen, was geen plek meer voor de Nederlander. Zijn stoeltje werd overgenomen door Johnny Herbert en Verstappen werd door Benetton-teambaas Flavio Briatore ondergebracht bij het armlastige Simtek. Dat team verscheen door geldgebrek na de Grand Prix van Spanje al niet meer op de grid.

Heikki Kovalainen Heikki Kovalainen is zo'n supertalent dat nooit echt heeft kunnen imponeren in de Formule 1. Aan de teams lag het toch niet, want met Renault en McLaren heeft hij twee topteams op zijn cv staan. Met één overwinning op zak in twee jaar bij McLaren wordt de Fin gewipt ten faveure van Jenson Button. Met de ervaring die hij op zak heeft, moest hij een belangrijke en opbouwende rol gaan spelen bij het nieuwe Team Lotus, het team dat later door het leven zou gaan als Caterham F1. De gewenste successen blijven uit. Kovalainen scoort nimmer een punt en verlaat na enkele seizoenen bij Lotus/Caterham en een enkele invalbeurt bij Lotus-Renault de Formule 1 via de achterdeur. Jacques Villeneuve Twee jaar na het vertrek van Damon Hill bij Williams vertrekt de kampioen van 1997 bij datzelfde team. In 1999 gaat Jacques Villeneuve een nieuwe uitdaging aan met BAR, dat de inboedel van Tyrrell heeft opgekocht. Villeneuve wordt herenigd met raceautofabrikant Reynard, met wie hij in de IndyCar grote successen boekte. BAR blaast verschrikkelijk hoog van de toren door te roepen 'wel even de poleposition en overwinning te pakken in de eerste race'. Het uiteindelijke resultaat is nul punten, niet alleen in die eerste race, maar in het hele seizoen. De gebrekkige betrouwbaarheid van de BAR 01 speelde het team parten. Emerson Fittipaldi In 1975 wordt de Braziliaan Emerson Fittipaldi met McLaren tweede in het kampioenschap, achter Niki Lauda. Een jaar eerder pakte hij nog de titel, maar in 1976 is het tijd voor een nieuw en onzeker avontuur. Hij vergezelt broer Wilson Fittipaldi bij Copersucar, een team waarmee hij in het eerste jaar niet verder komt dan drie zesde plaatsen. In de jaren erna weet Fittipaldi één keer het podium te behalen, waarna hij in 1981 een managementrol in het team op zich neemt en niet meer achter het stuur van een F1-auto kruipt.