Wedstrijdleider Masi verklaart uitblijven straf voor Hamilton en Perez

Een van de meest besproken momenten tijdens de Turkse Grand Prix was het gevecht van Lewis Hamilton met Sergio Perez. De Red Bull-coureur zag de Engelsman aan zich voorbij gaan, maar remde voor bocht 12 heel laat. Daardoor gingen de twee coureurs wiel aan wiel de laatste bochtencombinaties in. Hamilton duwde Pereze wijd waardoor de Mexicaan genoodzaakt was om aan de verkeerde kant van het paaltje en over de witte streep van de pitstraat te rijden. Die actie zorgde ervoor dat de Red Bull-man de Mercedes-coureur nog net voor kon blijven. Een mooi gevecht, maar menig Formule 1-kijker zal ook op de bank gezeten hebben met vragen. Perez reed over de witte streep van de pitstraat heen, aan de verkeerde kant van het paaltje, dat is toch niet toegestaan? "Ik heb er natuurlijk naar gekeken, maar in de regels staat dat je alleen aan de linkerkant van het paaltje moet blijven, als je de pitstraat in wilt rijden", legt wedstrijdleider Michael Masi uit in gesprek met onder meer R acingNews365. "Dus er was niks om te onderzoeken. Het was goed, hard racen tussen die twee", aldus de wedstrijdleider. Normaal gesproken houden Formule 1-teams wel van een beetje 'klikken' bij de meester. Masi geeft aan dat hij dan ook verbaasd was over het feit dat er geen team kwam klagen over de actie van Perez. "Geen van beide teams heeft daar, grappig genoeg, een vraag over gesteld. Mercedes niet, maar ook Red Bull niet. Een goed, hard gevecht. Ga zo door", constateert de wedstrijdleider. Perez had zich op de radio nog wel uitgelaten over het gevecht. De Mexicaan riep dat Hamilton hem 'eraf had geduwd'. Masi zegt dat hij dat bericht niet heeft gehoord. "We luisteren niet naar alle radioberichten van alle coureurs. Normaal gesproken zijn de teams daar heel goed in, zoals jullie weten. Als er een probleem is dat ze willen aankaarten, dan gaat het lampje van mijn radio heel snel branden", legt Masi uit. Het gevecht met Hamilton leverde Perez ook lovende woorden op van teambaas Christian Horner.