Zorgen om Mercedes-motoren nemen toe richting Canada, McLaren ontspringt de dans

De laatste drie races hebben een verontrustend patroon laten zien voor Mercedes. In Imola werd Kimi Antonelli getroffen door problemen met zijn gasklep, terwijl in Monaco zowel George Russell in de kwalificatie als Fernando Alonso in de race tot opgave gedwongen werden. In Barcelona moest Antonelli zijn auto in ronde 55 in een rookwolk parkeren, waarmee waardevolle punten voor het team verloren gingen.

James Allison, Technisch Directeur bij Mercedes, gaf na de race in Barcelona meer inzicht in de situatie: "We weten nog steeds niet wat er in de PU kapot is gegaan. We hebben de motor teruggestuurd naar Brixworth, ze zullen hem demonteren, de exacte oorzaken van het probleem achterhalen en de tegenmaatregelen vaststellen die moeten worden genomen voor alle beschikbare power units, niet alleen voor ons team maar ook voor de klantenteams."

Opvallend genoeg zijn de McLarens van Piastri en Norris tot nu toe gespaard gebleven van motorproblemen. In de paddock wordt gesuggereerd dat dit te maken kan hebben met de installatie van het nieuwe koelsysteem van de auto's. De MCL39 kenmerkt zich door een compacte achterkant met relatief kleine warmteafvoerkanalen - op papier juist een risicofactor voor motorbetrouwbaarheid, maar gunstig voor de aerodynamica.

De problemen lijken voort te komen uit Mercedes' streven naar maximale prestaties binnen het bevroren motorreglement. Door de marges te verkleinen probeert men het maximale uit de power units te halen. Ferrari heeft voor een andere aanpak gekozen, met uitstekende efficiency op het rechte stuk maar soms te weinig vermogen voor succesvolle inhaalacties, zelfs met DRS.

Met nog twee derde van het seizoen te gaan wordt de roulatie van beschikbare power units cruciaal om gridstraffen te voorkomen. McLaren lijkt vooralsnog beschermd tegen grote problemen door hun conservatievere aanpak met de motormodi. Het team van Andrea Stella kan mogelijk zelfs profiteren van hun huidige voorsprong op directe concurrenten, aangezien grote ontwikkelingen later in het seizoen onwaarschijnlijk zijn.