Abiteboul mogelijk nog niet klaar met Formule 1

Vorig jaar werd Luca de Meo aangekondigd als de nieuwe Renault-CEO. Hij voerde meteen flink wat wijzigingen door. Hij deelde het bedrijf in drie delen op, namelijk Renault, Alpine en Dacia. Al snel werd duidelijk dat hij verder wilde met de Formule 1 en het Renault-team werd omgedoopt tot het Alpine F1-team, vernoemd naar de sportieve tak van het autobedrijf. Cyril Abiteboul, wiens officiële rol bij Renault 'Managing Director van Renault Sport Racing' was, werd in september aangesteld als het hoofd van Alpine en moest de herstructurering in goede banen leiden. Begin dit jaar werd hij gelinkt aan een promotie bij Alpine, waar hij mogelijk CEO zou worden, maar niets bleek minder waar. Vorige week werd duidelijk dat Abiteboul niet verder zou gaan bij de Franse autofabrikant. Want ook in het management is Luca de Meo een boel dingen aan het wijzigen. Niet Abiteboul, maar Laurent Rossi wordt de nieuwe CEO van Alpine. Davide Brivio werd deze zondag aangekondigd als Racing Director en naar verluidt maakt Marcin Budkowski, tot op heden 'Team Executive' zich op om de taken van Abiteboul als teambaas van Alpine F1 op zich te nemen. Of Abiteboul buiten is gewerkt bij de Franse autofabrikant of dat hij zelf heeft gekozen om hen te verlaten, is niet duidelijk. Een mogelijke uitleg zou kunnen zijn dat Abiteboul een ander avontuur op het oog heeft. De voormalige nummer twee van Renault, Carlos Tavares, staat aan de leiding van Stellantis, dat sinds afgelopen week na een fusie de op drie na grootste automaker ter wereld is. Tavares is een fervent raceliefhebber, iets dat hij zelf als hobby ook beoefent. Naar verluidt heeft hij als baas van Stellantis (waar onder andere Alfa Romeo, Peugeot, Chrysler, Citroën, Fiat, Maserati en Opel onder vallen) wel oor naar een uitgebreid raceavontuur in de Formule 1. Hij ziet met Alfa Romeo of Maserati mogelijkheden en mogelijk wil hij Abiteboul, die jaren aan ervaring heeft in de sport en met wie Tavares lang samenwerkte, daar voor gebruiken. Met medewerking van Dieter Rencken .