Soms heb je ze erbij: de persconferenties waar iedereen nog dagen over napraat. Een rijder verklapt per ongeluk iets wat hij nog niet mocht zeggen, bepaalde grimassen doen vermoeden dat een andere coureur niet blij is met een bepaalde situatie of het geheel was gewoonweg ontzettend hilarisch. Zo reageerde Kimi Raikkonen een paar weken geleden nog broodnuchter op een aantal kritische vragen, waardoor de hele zaal in een deuk lag.
Het kampioenschap van 2018 loopt op zijn eind en dat valt aan alles te merken. Dat het rijderskampioenschap al is beslist draagt bij aan een wat relaxtere sfeer – er staat immers toch niets meer op het spel. De grootste strijd die moet worden gestreden is die om P6 in het constructeurskampioenschap. De FIA maakte voorafgaand aan de Braziliaanse Grand Prix een wat ongeïnspireerde keuze wat betreft de rijders die werden opgetrommeld voor de persconferentie. De donderdagmiddag, of ochtend, zoals de lokale tijd aangaf, werd daardoor een verplicht nummertje waar eigenlijk niemand op zat te wachten. Leuk hoor, Stoffel Vandoorne, Lance Stroll, Marcus Ericsson, Kevin Magnussen en Brendon Hartley, maar echt keiharde quotes zouden er niet worden gescoord. Vandoorne en Ericsson, van zichzelf uit al vrij voorzichtig, lieten zich niet verleiden tot het doen van een gewaagde uitspraak. Stroll gaf Williams een paar tikken en vertelde nog steeds niet te weten waar zijn toekomst ligt (ahum), Hartley meende ‘veel te hebben geleerd’ in zijn eerste volledige F1-seizoen en zelfs Magnussen, die toch een behoorlijke reputatie heeft opgebouwd als partypooper, wist geen leven in de brouwerij te krijgen. Het ergste moest nog komen: vanuit de aanwezige media werd welgeteld één vraag gesteld. Eéntje. Waar het normaliter dringen geblazen is om de beurt te worden gewezen door FIA-mediaman Matteo Bonciani, had slechts één journalist een vraag voor de aanwezigen. Althans, twee daarvan. Wat Vandoorne en Magnussen van Fernando Alonso vonden. Gaap. De FIA probeert de hooggeklasseerde rijders te ontzien, maar of het zo slim is om dan vijf jongens achter een tafel te zetten en te wachten tot iemand een bom laat vallen, is de vraag. Op de donderdag voor de Braziliaanse Grand Prix werd het antwoord daarop gegeven: een volmondig 'nee'. Het valt voor de journalisten te hopen dat er in Abu Dhabi meer gezegd wordt. Of meer gevraagd, uiteraard.
Meest gelezen