Eerder deze week werd bekend dat het WEC en het IMSA, de grootste endurance-kampioenschappen ter wereld, de handen ineenslaan. Het WEC is bekend van onder andere de 24 uur van Le Mans, het IMSA is vooral bekend van de 24 uur van Daytona, die dit weekend verreden werd en gewonnen werd door onder andere de Nederlander Renger van der Zande. Hoewel enkele GT-bolides jaarlijks de switch van het IMSA naar het WEC maken, was dat voor de prototypes in beide klassen geen optie. Vanaf het seizoen 2021/2022 verandert dat met het opzetten van een nieuwe categorie. Opgewaardeerde LMP2-bolides mogen het in de topklasse van zowel het WEC als het IMSA tegen elkaar opnemen, onder dezelfde technisch restricties. Zodoende kunnen de Amerikaanse topformaties van nu in de toekomst uitkomen in de 24 van Le Mans. Dit laatste kan voor voormalig Formule 1-coureur Juan Pablo Montoya weleens interessant zijn, mocht hij überhaupt oor hebben naar het winnen van de Triple Crown. Voor hem ontbreekt immers enkel de zege in de 24 uur van Le Mans, nadat hij reeds in de Indy 500 én in de smalle straten van Monaco wist te zegevieren. Hij is actief in het IMSA-kampioenschap en reed op Le Mans al eens mee in de LMP2-klasse, maar wist nooit eerder een plekje in een LMP1-team te veroveren. Fernando Alonso won eveneens de Grand Prix van Monaco en schreef tevens de 24 uur van Le Mans op zijn naam. Voor hem ontbreekt enkel de zege in de Indy 500, de race waarin hij dit jaar ongetwijfeld weer een gooi wil doen naar de overwinning.
Meest gelezen