Renault is als constructeur momenteel bezig aan haar derde periode in de Formule 1. In de eerste periode (1977 - 1986) en de tweede periode (2002 - 2011) was het team succesvol, maar momenteel wil het maar niet vlotten. In haar eerste periode won het races, in haar tweede periode won het wereldtitels, in haar derde periode rijdt het team, zeker het afgelopen jaar, troosteloos rond in het middenveld. Ook als motorleverancier kent Renault een rijke Formule 1-historie. Zo werd Williams in de jaren '90 vijf seizoenen op rij kampioen met een Renault-krachtbron achterin de bolide, maar ook de succesjaren van Red Bull (2010 - 2013) werden mede mogelijk gemaakt door motoren van Franse makelij. De ambitie om wederom wereldtitels te winnen was er toen Renault in 2016 weer als constructeur terug keerde in de koningsklasse van de autosport. De eerste stappen waren hoopgevend. Ja, er was nog een lange weg te gaan, maar al snel werd duidelijk dat Renault niet voor spek en bonen meedeed. Van acht punten in 2016, het 'debuutjaar', naar 57 in het tweede seizoen en 122 in het derde jaar. Het gat naar de topteams was echter nog steeds groot, maar het vertrouwen bij de Franse renstal was wellicht nog groter. Van de daken werd geschreeuwd dat het team vanaf 2019 zou mee strijden om het podium, waarna die ambities werden onderstreept middels het inlijven van superster Daniel Ricciardo. De Australiër schokte de Formule 1-wereld en kwam over van Red Bull.
Begin 2018, nadat het in 2017 al een sterke groei had doorgemaakt, was teambaas Cyril Abiteboul in eerste instantie nog zeer enthousiast. "2017 was een jaar waarin we sterk zijn gegroeid en 2018 moet dat ook worden. Aan het einde van het komende seizoen moeten we echter klaar zijn met groeien. In 2019 moeten we vervolgens weer terug aan de top zijn. Dan willen we het de topteams namelijk moeilijk maken", zo klonk het destijds uit de mond van de Fransman, die 2018 als laatste 'overgangsjaar' bombardeerde. Tijdens het seizoen 2018 zette de groei zich inderdaad door, maar niet zoals Abiteboul had gehoopt. Daar waar Renault direct na het vastleggen van Ricciardo nog riep dat de Australiër in Franse dienst wereldkampioen moest gaan worden, daar krabbelde het een half jaar later plots terug. Onderweg was het ook nog eens Red Bull verloren als klantenteam, nadat er langdurig werd gekibbeld over de Franse motor, die niet goed genoeg zou zijn. Aan het einde van het 2018-seizoen werd vervolgens duidelijk dat Renault haar beloftes weer niet waar kon maken. "In 2019 podiumplekken veroveren", zo riep Abiteboul enkele maanden eerder nog. "In 2019 het gat in de kwalificatie verder dichten en in de race niet meer op een ronde achterstand worden gezet", zo klonk het daarentegen aan het einde van het jaar 2018. Zou 2020 dan het jaar worden van Abiteboul en co.? Het seizoen is nog niet begonnen, maar wat wel duidelijk is, is dat we hoogstwaarschijnlijk geen Daniel Ricciardo of Esteban Ocon op het podium hoeven te verwachten. Vorig jaar kwam de opmars van Renault namelijk tot een halt. Niet Renault maar McLaren, nota bene het klantenteam, bleek plots best of the rest, en de Fransen keerden terug naar de tekentafel. Al in de zomerstop va 2019 werd daarom de conclusie getrokken. "Niet in 2020, maar in 2021 strijden we voor de wereldtitel." De nieuwe regels en het budgetplafond moesten voor verandering zorgen, maar zoals we nu weten zijn die een jaar uitgesteld. 2022 is daarom het magische getal, het magische jaar. Ricciardo had er echter geen vertrouwen meer in en kondigde afgelopen week aan, terwijl er dit jaar nog geen racemeter is gereden, dat hij aan het einde van het seizoen vertrekt naar McLaren.
Een ware mokerslag voor Abiteboul en de rest van het Franse team, maar ze hebben het over zichzelf afgeroepen. Na jaren lang hoog van de toren te hebben geblazen en meerdere keren niks waar hebben kunnen maken, verliest het team nu dé coureur die symbool stond voor de torenhoge ambities. Hoe moet het nu verder met Renault? Intern rolden er het afgelopen jaar enkele koppen en kwamen er nieuwe namen voor in de plaats, met het oog op de nieuwe regels van 2021, die nu dus pas in 2022 worden ingevoerd. Hoeveel geduld hebben ze nog in Parijs? Het Formule 1-project gaat nu zijn vijfde jaar in en successen zijn volledig uitgebleven, sterker nog, zelfs toekomstig succes lijkt nog allesbehalve zeker, iets wat ook Fernando Alonso ongetwijfeld weet. De coronacrisis hakt er momenteel hard bij de autofabrikant, die miljoenen verlies draait en zelfs al bij de Franse overheid zou hebben aangeklopt voor een lening van enkele miljarden. Durft Renault nog twee jaar lang de portemonnee te trekken voor een falend Formule 1-project, zelfs als er flink bezuinigd moet worden , of zorgt het budgetplafond ervoor dat de kosten binnen de perken blijven? Vooralsnog geniet Abiteboul in ieder geval nog steeds de titel teambaas, maar de tijd begint voor hem en Renault toch wel te dringen, zo zou je denken.
Meest gelezen
