Het budgetplafond in de Formule 1 maakt de laatste jaren veel tongen los, zeker nadat het bleek dat Red Bull in het eerste jaar van de reglementen meteen te veel geld had uitgegeven. Het budgetplafond zal in 2023, het derde jaar van de financiële reglementen, zoals afgesproken wat verder worden verlaagd. Van 145 miljoen dollar in 2021, naar 140 miljoen dollar vorig jaar en 135 miljoen dollar dit jaar. Vanwege de inflatie zal dit echter hoger uitvallen, omdat dit bedrag volgens de reglementen nog zal worden geïndexeerd.
Bovenop die indexatie zal nog een extra bedrag komen, zo hebben alle partijen besloten. Het budgetplafond van 135 miljoen dollar (exclusief inflatiecorrectie) is namelijk gebaseerd op een F1-kalender met 21 Grands Prix. Voor alle extra races boven dat aantal krijgen de teams nog extra bewegingsruimte binnen het budgetplafond. Bovenop de 135 miljoen dollar zou namelijk in 1.2 miljoen dollar per race komen. Dit jaar, met 23 races, zou dat dus neerkomen op 2,4 miljoen dollar extra. De FIA, Formule 1 en de teams hebben echter afgesproken dat die 1.2 miljoen dollar per race niet toereikend was, omdat de extra races vaak races ver weg zijn, zogeheten 'fly-away races'. Omdat de kosten voor bijvoorbeeld transport voor dat soort races duurder zijn, is het extra budget verruimd tot 1.8 miljoen dollar per race. Samengevat: bovenop de 135 miljoen dollar komt dit jaar twee keer 1.8 miljoen dollar voor de 22e en 23e race, waardoor het budgetplafond dit jaar 138.6 miljoen dollar zal zijn, voor de inflatiecorrectie. Hoeveel die correctie precies is, is niet bekend.
Meest gelezen