De Formule 1-teams zijn het vorige week eens geworden over de intrede van de budgetcap in de Formule 1, wat een grote omkering in de sport zal brengen. Waar in eerste instantie de ontwikkelingskosten voor de motoren nog niet mee zullen worden geteld in de budgetcap van 145 miljoen dollar in 2021, daar hopen Renault en Mercedes erop dat dit in een later stadium wel het geval zal zijn. Volgens de Gazzetta dello Sport zijn Toto Wolff en Cyril Abiteboul het eens over het feit dat ook de ontwikkelingskosten van de motoren in de budgetcap moeten vallen om de kosten voldoende te drukken. Dit zou ook in lijn zijn met de gedachten van de nieuwe Mercedes-president Ola Kallenius. Mocht deze stap worden gemaakt vergroot dit namelijk de kansen op een langer verblijf van de Duitse autofabrikant in de koningsklasse van de autosport. Gedurende de online-meetings van de teams vorige week, werd al overeen gekomen om het aantal uren op de testbank te verminderen. Zo mogen de motorleveranciers in 2021 nog maar 6400 uren testen op de testbank en zakt dit uiteindelijk naar een maximum van 5600 testuren in 2024. Eerder werd ook al bekend dat er de komende jaren steeds minder aan de power-unit verandert mag worden, om zo de ontwikkelingskosten omlaag te brengen.
Meest gelezen