Michael van der Mark (26) heeft kortgeleden een breuk in zijn schippersbotje opgelopen en moest daardoor gedurende de winterstop extra rust nemen. Op zich geen probleem – de Rotterdammer heeft immers geen races gemist door het kwetsuur. Als hij de blessure tijdens het seizoen had opgelopen, had Van der Mark de pijn waarschijnlijk echter geprobeerd te verbijten.
Racingnews365 vroeg zich af of motorrijders misschien een tikje gestoorder zijn dan autocoureurs, aangezien de laatste groep bij fysiek ongemak vrijwel altijd langs de zijlijn wordt geplaatst. “We willen gewoon héél graag!”, lacht Van der Mark als hij de vraag krijgt voorgeschoteld. “Je wilt natuurlijk niets missen! Daarom ga je heel snel, zodra het eigenlijk ook maar een klein beetje mogelijk is, weer rijden. Je voelt vanzelf wel wanneer het gaat, of wanneer het echt nog niet kan. Als het niet gaat, dan doen we het ook echt niet.” Volgens Van der Mark heeft de dokter daadwerkelijk invloed, maar denkt deze in het motorracen veel vaker zoals een rijder dat zou doen. “Ze hebben op het circuit meestal wel een vaste arts en die kan ja of nee zeggen als jij geblesseerd wil starten, maar hij wil ons niet tegenhouden. Als het echt niet gaat mogen we niet rijden, maar vaak zeggen ze ‘probeer het maar en we zien wel verder’. Ze willen ons niet tegenhouden en als het gaat dan is het toch ook goed? Meestal is het wel waard om het risico te nemen. Ze denken zoals ons, we willen gewoon rijden!” Aan de Australische ronde van het WK Superbike, de eerste van het jaar 2019, kan Van der Mark ‘gewoon’ deelnemen. De Rotterdammer verwacht medio februari compleet te zijn hersteld van het ongemak in zijn pols. Of Jorge Lorenzo, die met hetzelfde ongemak als Van der Mark heeft te kampen, op tijd is hersteld voor de eerste MotoGP-race van het jaar is nog maar de vraag.
Meest gelezen
