Dat is zeker geen kenmerkende eigenschap van Hamilton: in het verleden glipte hem meer dan eens een mogelijke Grand Prix-overwinning door de vingers, omdat hij niet goed van zijn plaats was gekomen. De voorbije Grand Prix van Australië is daarin het meest recente voorbeeld: na poleposition te hebben getraind moest Hamilton Bottas nog voor het insturen van de eerste bocht na de start langszij laten. "Ik heb er geen speciale aandacht aan gegeven, maar het is zeker een gebied waarop ik in het verleden liep te worstelen", blikt Hamilton in China terug op zijn starts. "Het Formule 1-seizoen 2016 was wat dat betreft een van de slechtste jaren voor mij. In 2007 en 2008 kwam ik ook niet bijster vaak goed van mijn plaats – helemaal in vergelijk met de Ferrari’s van destijds, die schoten als raketten weg." "Vorig jaar was ik een goede starter", meent Hamilton. "Volgens mij was ik uiteindelijk de nummer twee op de ranglijst ‘uit de startblokken schieten’, ik dacht dat Carlos Sainz het jaar als koploper besloot. In de eerste races van 2019 heb ik wat moeite gehad, dus het was fijn om me in China daarvan eindelijk te verlossen. Natuurlijk zijn er nog achttien Grands Prix te gaan en daarin kan het nodige gebeuren – we moeten blijven werken." Na drie van de 21 Grands Prix is Hamilton koploper in de strijd om het wereldkampioenschap. De Brit heeft 68 WK-punten, waar naaste belager en collega Bottas 62 stuks op de teller heeft staan. Hamilton won twee van de drie races en werd eenmaal tweede in 2019.
Meest gelezen