Hoe Liberty Media de Formule 1 van de ondergang wil redden

Hoe langer de coronacrisis aanhoudt, hoe groter de zorgen over de toekomst van de sport worden. De firma Formule 1 zal wel overleven, maar de vraag is hoeveel Formule 1-teams dan nog van de partij zijn en hoeveel circuits er de deuren hebben moeten sluiten. Liberty Media, de eigenaar van de Formule 1, wil het zover niet laten komen en heeft flink lopen schuiven in de eigen bedrijfsstructuur. Live Nation, een concertpromotor, viel onder de paraplu waar ook de Formule 1 onder valt, maar is nu doorgeschoven naar radionetwerk SiriusXM. Door de reorganisatie heeft de Formule 1 direct 1,4 miljard dollar aan cash extra te besteden. Dat geeft de Formule 1 op meerder vlakken de kans om te overleven. Enerzijds kan men de teams en de Grand Prix-promoters hier en daar wat toestoppen, wat het in het geval van de kleinere teams in de vorm van een voorschot op het prijzengeld al heeft gedaan. Het is echter niet de bedoeling dat Liberty de ene na de andere cheque uitschrijft, alle betalingen moeten erop gericht zijn 'de sport en diens ecosysteem gezond te houden'. Om het één en ander in perspectief te plaatsen: normaal gesproken ontvangt Liberty van de circuits een hosting fee om gastheer te kunnen zijn een Grand Prix. Dat bedrag kan worden betaald van de inkomsten van de ticketverkoop, maar van enige verkoop is op dit moment geen sprake. Het is dus de omgekeerde wereld. In de nieuwe situatie kan Liberty dus uit eigen zak juist de circuits betalen om dit moeilijke jaar te overleven. Anderzijds krijgt Liberty Media door de kapitaalinjectie de mogelijkheid om te voldoen aan de eisen die zijn gesteld bij het afsluiten van een lening van 2,9 miljard dollar in 2006. Door de coronacrisis dreigde de Formule 1-eigenaar niet aan die eisen, die ongetwijfeld te maken hebben met het aflossen van die lening, te kunnen voldoen. De kapitaalinjectie zou de onderhandelingspositie van Liberty Media in die kwestie echter weer hebben versterkt. Liberty Media's chief executive , Greg Maffei, benadrukt overigens wel dat er nog steeds een grote verantwoordelijkheid ligt bij de teams om de kosten zoveel mogelijk te blijven drukken. De financiële steun in de rug betekent niet dat men het uitgavepatroon nu weer op kan hogen. Het geeft men echter wel net weer wat meer ademruimte.