David Coulthard kwam in 1994 als debutant bij het dominante Rothmans Williams-Renault terecht, als opvolger van de op Imola dodelijk verongelukte Ayrton Senna. Een bijna onmogelijke missie voor een rookie annex testrijder. Na anderhalf seizoen, met uiteenlopende hoogte- en dieptepunten, vertrok de Schot in 1996 naar McLaren waar hij teamgenoot werd van Mika Häkkinen. Maar Coulthard had ook een aanbieding van Ferrari op zak, die hij resoluut afwees. "Het contract dat mij door Ferrari werd aangeboden maakte mij op papier nummer twee en Michael nummer één", vertelt de 49-jarige oud-coureur in gesprek met de Ierse RTE . "Ik twijfel er niet aan dat Michael de sterkste van ons twee was, omdat ik erken dat hij een beter totaalpakket had dan ik, maar in die fase van mijn carrière kon ik gewoon niet accepteren dat ik een contract tekende dat mij een nummer twee coureur maakte." Coulthard, tegenwoordig tv-verslaggever en analist, staat er nog steeds voor de volle honderd procent achter dat hij destijds voor McLaren koos. "Dat was volgens mij op dat moment de juiste beslissing voor mijn carrière." De Schot kwam bij McLaren evenwel gaandeweg in de schaduw te staan van Mika Häkkinen, die de renstal in 1998 en 1999 twee rijderstitels schonk. Coulthard bleef nog tot en met 2004 bij McLaren, alvorens over te stappen naar Red Bull Racing. Eind 2008 hing de aimabele Schot zijn helm definitief aan de wilgen.
Meest gelezen