Volgens Red Bull en Max Verstappen was vermogen van de Renault-motor het enige dat in 2018 ontbrak om te strijden voor de wereldtitel. Over het chassis bestond eigenlijk geen twijfel, waardoor de focus volledig op de tekortkomingen van de Franse krachtbron kwam te liggen.
Jan Lammers vindt dat de druk wel erg ver opgevoerd werd. "Max Verstappen en Red Bull zijn erg veeleisend ten opzichte van hun toeleveranciers. In hun passie en ambitie roepen ze natuurlijk kwalijke dingen over Renault", aldus Lammers in gesprek met Racingnews365. "Uiteindelijk staan er vier Renault-motoren in de top tien van het WK en finishten er drie door Renault aangedreven auto's in de top zes in Abu Dhabi. Ik weet niet of dat een voorbode voor 2019 is, maar ze lijken de goede weg gevonden te hebben." Daarbij moet geld om te ontwikkelen volgens Lammers geen beperking vormen. "Ze zijn een van de grootste autobedrijven ter wereld en kunnen er meer geld tegenaan gooien dan Honda doet. Renault is getergd, want ze zijn soms flink te pakken genomen en kritisch benaderd. Ook door de media die geen spaan van ze heel lieten. Daarom hebben ze ook alle reden om er een tandje bij te zetten." De toekomst moet uitwijzen of de switch door Red Bull naar Honda een betere keuze is geweest. "Renault wil degene zijn die het laatste lacht. Iedereen verwacht dat Honda het nu ineens wel doet, en ik vertrouw op de keuze van Red Bull, maar het moet eerst nog wel even gebeuren", klinkt het nuchter vanuit de mond van Lammers.
Meest gelezen