Door de ligging in de duinen is het Circuit Zandvoort glooiend, wat voor extra sensatie zorgt voor de coureurs. De hoogteverschillen geven nog meer het gevoel van snelheid en maken het vinden van het juiste rempunt of moment van insturen lastig. De smalle baan, met de vangrails kort op het circuit is daarnaast ook nog eens behoorlijk snel. De combinatie van dit alles maakt dat de coureurs houden van Zandvoort en het betitelen als een echt rijderscircuits. Een mening die Jan Lammers, sportief directeur van de Dutch GP, onderschrijft in gesprek met onder meer RacingNews365 . "Er zijn vijf circuits waarop je echt ballen moet hebben als coureur. Dat zijn Spa-Francorchamps, Brands Hatch, Suzuka, de oude Nürburgring en Zandvoort. Daar kan je eventueel nog Laguna Seca en Watkins Glenn aan toevoegen als je de Amerikaanse circuits meeneemt." "Ik kan de coureurs beloven dat ze euforisch over het circuit worden. Bij een circuit dat zo vlak is als een biljartlaken mis je het gevoel voor diepte en heb je een lage snelheidsbeleving. Hier in Zandvoort heb je dat net als op Monaco wel, omdat het een intiem en compact circuit is met een enorme beleving van snelheid. Hier ga je zo ontzettend hard het Scheivlak in", vertelt Lammers met een stralend gezicht. Met medewerking van Joe van Burik.
Meest gelezen