Dat is een heel aannemelijk scenario, aangezien Haas meermaals goed voor de dag kwam tijdens een Grand Prix om naderhand met lege handen te vertrekken. Met dertig punten achterstand op Renault lijkt de vierde plaats bij de constructeurs echter buiten bereik. Desalniettemin is P5 voor Haas, dat twee jaar geleden debuteerde, een prima eindklassering.
“Het is een goed jaar geweest”, belicht Magnussen 2018 donderdags op het Autódromo José Carlos Pace. “We boeken progressie als Haas zijnde, en dat doen we nu al een aantal jaren. Laten we vooral proberen om die lijn door te trekken in 2019. Het ziet er voor nu naar uit dat we als vijfde gaan eindigen in het WK”, weet de Deen, “tenzij we nu ineens bijzonder goede weekends krijgen”, lacht hij. “We hebben onszelf realistische doelen gesteld voor volgend jaar, wat ook kan omdat we dit jaar een snelle wagen hebben. Echter, we hebben niet altijd de punten kunnen scoren die we moesten halen”, verwijst Magnussen naar mechanische uitvalbeurten en stuurfoutjes. “Het goede van de teleurstellingen van dit jaar is dat we weten dat het volgend jaar nog ietsje beter kan.” Het team van Haas, waar ook Romain Grosjean deel van uitmaakt, scoorde dit jaar al 84 WK-punten. Dat zijn er acht meer dan de complete seizoenen 2016 en 2017 bij elkaar opgeteld. Magnussen, die op plek negen staat om wat betreft de stand om het rijderskampioenschap, zorgde voor het merendeel van de punten (53 stuks). Grosjean, dertiende in het WK, kwam na een lastige seizoensstart sterk terug.
Meest gelezen