Andreas Seidl is realistisch wanneer hij in gesprek met Auto, Motor und Sport gevraagd wordt naar de kansen van McLaren. De teambaas van de renstal uit Woking verwacht op korte termijn geen gigantische stappen te zetten, maar weet zeker dat het iconische Formule 1-team over enkele jaren weer vooraan mee zal kunnen doen. Met het oog op het budgetplafond van 175 miljoen dollar, dat per 2021 ingevoerd wordt, schat Seidl de kansen van McLaren behoorlijk hoog in. "Vanwege de budgetten en middelen van de topteams dit jaar zal McLaren in 2021 de aansluiting nog niet kunnen vinden, later pas zullen de effecten van het budgetplafond merkbaar worden. Ik verwacht in 2023 op het podium te staan en te kunnen winnen." Toch zijn meer geld en een groter aantal werknemers volgens Seidl niet de enige redenen dat Mercedes, Ferrari en Red Bull vooraan rijden. "Zij hebben ook een betere infrastructuur en handelen simpelweg sneller en efficiënter dan McLaren. Daarnaast hebben ze meer zelfvertrouwen over hun eigen prestaties, zonder dat het ze naar het hoofd stijgt." Seidl hoopt door middel van steun en openheid een werkomgeving te creëren waar de werknemers tot bloei kunnen komen, wat de prestaties van het team ten goede moet komen. "Het is belangrijk om trots te zijn op wat er wel goed gaat. In de fabriek hebben we bijvoorbeeld foto's hangen van momenten dat we voor Ferrari of Mercedes rijden, ter motivatie. Ook hebben we het podium van Carlos Sainz in Brazilië uitgebreid gevierd. Zulke dingen helpen enorm", besluit Seidl.
Meest gelezen