McLaren staat daarmee nog ruimschoots achter de 'grote drie' - Mercedes, Ferrari en Red Bull Racing - maar liet, in ieder geval tijdens het Grand Prix-weekend in Frankrijk, de middenmoters achter zich. Teambaas Andreas Seidl, sinds 1 mei jongstleden in dienst van McLaren, wil nog niet te hoog van de toren blazen. De Oostenrijker is ontzettend blij met de stap voorwaarts en beseft op een juist moment in te zijn gestapt, maar weet dat de Formule 1 anno 2019 zeer onvoorspelbaar is wat betreft de strijd om de vierde plaats in het wereldkampioenschap voor constructeurs. "Na de Grand Prix van Spanje maakten wij ons enige zorgen om wat betreft het gedrag van de MCL34 in zowel langzame als mediumsnelle bochten. Gelukkig hebben we sindsdien een stap gezet, want op het Circuit Paul Ricard zijn natuurlijk ook een aantal bochten van die genoemde soorten. Ik weet echter niet of we ook in Oostenrijk een mooie puntenfinish kunnen noteren", erkent Seidl. "Vergeet niet dat we in Frankrijk met verschillende factoren te maken hadden." Zo wijst de Oostenrijker, die komend weekend in zijn thuisland voor de eerste keer als teambaas van een Formule 1-stal een Grand Prix bijwoont, op de hoge temperaturen en de staat van het asfalt op het Circuit Paul Ricard. "We kunnen voorlopig niet goed inschatten wat dit Franse GP-weekend precies heeft betekend, al zijn we uiteraard zeer tevreden met onze prestaties." McLaren bezet na acht Grands Prix die felbegeerde vierde plaats in het WK voor constructeurs. De Britse renstal heeft met dank aan Sainz en Norris inmiddels veertig punten gescoord, wat er acht meer dan naaste rivaal Renault zijn. Nummer drie Red Bull Racing is ver weg: de Oostenrijkse equipe heeft al 137 punten op de teller gezet.
Meest gelezen