Ontevreden Bottas hint op verbetering Alfa Romeo: "Er zit iets in de pijplijn"

Vorig seizoen eindigde Alfa Romeo op een nette zesde plek in het constructeurskampioenschap met 55 punten. Valtteri Bottas sloot het kampioenschap toen af op een tiende plaats en 49 behaalde kampioenschapspunten. Dit zijn cijfers waar het team van Alfa Romeo op dit moment alleen nog maar van kan dromen. We zijn halverwege het seizoen, en Bottas staat met vijf behaalde punten op de vijftiende plek in het kampioenschap, gevolgd door zijn teamgenoot Guanyu Zhou, die met vier punten de 16e positie bezet houdt. Gezamenlijk staat Alfa Romeo nu negende in het constructeurskampioenschap, wat Bottas doet realiseren dat het team niet is waar ze hadden willen zijn halverwege dit seizoen. De Fin komt zelf tot de volgende conclusie: "Tot op heden in het seizoen hebben we de doelen die we als team gesteld hadden niet gehaald en iedereen accepteert dat en werkt net zo hard als altijd om daar weer boven te komen. Maar dit is de situatie nu", legt hij uit aan de media, waaronder RacingNews365.

Hoop op regelmaat

Ondanks dat de 33-jarige coureur niet content is met de eerste seizoenshelft, ziet hij nog wel kansen voor het tweede deel van het seizoen. "We zijn er niet tevreden mee, maar het is motiverend om te zien dat je zelfs met kleine winsten goede vooruitgang kunt boeken. Dus ja, vooruitgang, verbeteringen: dat is de sleutel voor de tweede seizoenshelft. We moeten analyseren en resetten gedurende de zomerstop en dan fris terugkomen voor het tweede gedeelte (van het seizoen). We hebben ook een upgrade na de pauze. We hopen dat dat ons een stap gaat geven." Er staat bij Alfa Romeo al het een en ander op de planning qua upgrades, maar of deze ook haar vruchten afwerpen heeft alles te maken met wat de rest van het veld meebrengt aan upgrades. "Er zit iets in de pijplijn voor na de zomerstop, maar het ligt zo erg aan wat de andere teams doen. Zij kunnen grote stappen maken en dan blijft het hetzelfde, maar als niet veel teams met iets significants komen, dan kunnen we hopelijk wat regelmatiger zijn in moeilijke tijden."