Red Bull: de redders van de Grand Prix van Oostenrijk

De geschiedenis van de F1 Grand Prix van Oostenrijk kent een grillig verloop. In 1969 werd de Osterreichring gebouwd, waarop van 1970 tot en met 1987 de Grand Prix werd verreden. Daarna werd het stil rondom Spielberg. De Formule 1 was vertrokken en het circuit lag te verstoffen. Na een grondige renovatie van het circuit in 1995 werd het omgedoopt tot de A1 Ring. De Formule 1 keerde er terug en het korte baantje leverde tussen 1997 en 2003 mooie races op. Helaas, net als bij diverse andere Grand Prix waren de kosten veel hoger dan de opbrengst en werd de stekker uit de F1-race getrokken. Men ging daarbij nog veel verder: het circuit werd deels gesloopt! De tribunes en het pitcomplex werden afgebroken. Red Bull-eigenaar Dietrich Mateschitz zag zijn kans schoon en kocht het noodlijdende circuit en knapte het voor $ 70 miljoen op. Pas in 2011 werd het circuit weer geopend en werd het DTM-kampioenschap ontvangen. Red Bull wilde meer: De F1 moest terugkeren op de Red Bull Ring en zo geschiedde het. In 2014 keerde de koningsklasse van de autosport terug in het Oostenrijkse Spielberg. Ook hebben de MotoGP-coureurs inmiddels hun weg gevonden naar het heuvelachtige circuit.

De Red Bull Ring is een kort, maar vermakelijk circuit. Lange rechte stukken worden gevolgd door hairpins, waardoor inhalen goed mogelijk is. In de bochtige tweede sector zijn teams met een goed chassis in het voordeel. Met een rondetijd van 1.08 vliegen de rondjes letterlijk voorbij. In totaal leggen de coureurs 71 rondjes af op de Red Bull Ring, waarbij elke ronde ongeveer 4,3 kilometer lang is. Dit jaar zijn er voor het eerst drie DRS-zones, waarbij de kans op inhaalacties en gevechten vergroot wordt. Bij de thuisrace van Red Bull pakt het team altijd groots uit. Zo zagen we Max Verstappen en Daniel Ricciardo al in lederhosen lopen. Tot op heden wist geen enkele Red Bull-coureur de thuisrace te winnen. Beste resultaat van het F1-team is een tweede plaats van Max Verstappen in 2016.