Max Verstappen leek in het begin van het seizoen relatief eenvoudig zijn vierde wereldtitel in de Formule 1 te pakken. Hij won vier van de eerste vijf races, maar vanaf de Grand Prix van Miami heeft McLaren de snelste auto. Na de zomerstop loopt het verschil tussen Verstappen en zijn naaste belager, Lando Norris, ook steevast terug. Voorafgaand aan het weekend in Austin is de marge nog 'maar' 52 punten.
Maar dat had heel anders kunnen zijn, zo vertelt Michael Manning, de control engineer van Verstappen bij de Oostenrijkse renstal. Daarbij is hij verantwoordelijk voor de starts van Verstappen. De Nederlander is eerder dit seizoen namelijk ontsnapt aan een tweede uitvalbeurt, daar waar er eerder in Australië een DNF achter zijn naam kwam te staan. Al laat hij niet weten waar dat het geval was.
"Er was toen een sensor-probleem bij de koppeling. Op zo’n moment moeten we heel snel, binnen een ronde, begrijpen wat het probleem is en de boel oplossen. Anders was de koppeling kapotgegaan en was hij uitgevallen", zo legt Manning uit in gesprek met De Telegraaf.
"Mensen thuis horen race-engineer Gianpiero Lambiase misschien weleens iets zeggen als fail-16 of fail-20. Dat is dan weer iets dat Max op z’n stuur moet doen en in dit geval ging het om het uitschakelen van die sensor. Dat werkte, gelukkig maar. De auto’s van nu zijn heel betrouwbaar, maar dit is een voorbeeld dat je altijd alles moet blijven monitoren."
Mocht Verstappen wel zijn uitgevallen, was het verschil tussen de twee kemphanen in ieder geval een stuk kleiner geweest. Omdat Manning niet vertelt om welke race het gaat, is het niet aan te geven om hoeveel punten het precies gaat.
Abonneer je nu op ons YouTube-kanaal en maak kans op F1-schaalmodellen en caps.
Abonneer & winMeest gelezen
In dit artikel
Praat mee!