Red Bull-ontwerper Newey deelt pensioenplannen

Al sinds 1988 is Adrian Newey als ontwerper te vinden in de Formule 1. Voor veel teams is hij onmisbaar geweest als topontwerper van kampioenschapwinnende bolides en met de recente titels bij Red Bull lijkt er nog geen einde te komen aan zijn carrière. Toch heeft Newey zijn toekomstplannen na de F1 al redelijk uitgestippeld. In gesprek met The Race legt hij uit dat hij altijd iets met ontwerpen wil blijven doen. "Ontwerpen gecombineerd met competitie is altijd mijn carrière geweest en ik heb er altijd veel plezier aan beleefd. Het neemt echter wel druk met zich mee. Ik ben 63, maar ik ga me vervelen als ik achter de geraniums ga zitten", aldus de ontwerper van alle winnende Red Bull-bolides. Klaar met de F1 is hij niet zo snel, maar een andere functie ziet hij nog wel voor zich. Of dat bij Red Bull is of niet, dat laat hij in het midden. "Misschien in een soort toezichthoudende rol. Iets wat Rory Byrne op dit moment bij Ferrari doet bijvoorbeeld. Dat is een prima plek om te zijn, zo lang je maar op een positieve manier iets kan bijdragen." "Ik wil in ieder geval geen afleiding zijn. 'Oh, Adrian is er vandaag' Als het zoiets wordt, dan betekent het dat ik het stokje moet doorgeven."

Auto's voor op de openbare weg

Naast de competitieve kant wil Newey ook graag iets anders doen in de automobielwereld. Niet in de autosport, maar juist voor auto's op de openbare weg. "Ik wil daar iets voor gaan ontwikkelen. Hopelijk kan ik daar van nut zijn. Het is een lastig werkveld, heel competitief en vooral gedreven door de vraag van de consument, wat op zijn zachtst gezegd gecompliceerder is." "Toch vind ik dat de auto-industrie op dit moment de verkeerde kant op gaat. Leveranciers reageren op wat de koper wil, maar de auto's worden steeds groter en steeds zwaarder. We hebben nu elektrische SUV's, gigantische 4x4-wagens met een elektromotor, het is lachwekkend. Het slaat nergens op." Newey wil de focus juist leggen op efficiëntie. "Op het gebied van de aerodynamica, het gewicht, de grootte van de motor en dat soort dingen. Alle overheidsorganisaties geven zichzelf klopjes op de schouder omdat de veiligheid is verhoogd, maar net als in de F1 maakt dat de auto's erg zwaar."