In 2019 kende Renault genoeg problemen. Het had de ambitie om het gat naar de topteams verder te dichten, maar het kwam van een koude kermis thuis. Het chassis viel tegen en de betrouwbaarheid van de motor was zeker in het eerste deel van het seizoen matig. Tijdens de tweede race van het jaar, in Bahrein, ging het helemaal mis. Zowel Daniel Ricciardo als Nico Hulkenberg moesten met nog enkele ronden te gaan beiden de R.S.19 naast de baan parkeren, omdat de Renault-krachtbron de geest gaf. Het wierp Renault in eerste instantie ver terug, zo erkent Remi Taffin, eindverantwoordelijke voor de motor, tegenover Auto Motor und Sport . "De twee falende motoren in Bahrein stopte ons een betere motor te bouwen. De nieuwste specificatie stond op punt om goed te worden gekeurd toen dat gebeurde. Toen die problemen zich openbaarde, moesten we met man en macht opnieuw aan de slag om het euvel te verhelpen." "Dat heeft ons in eerste instantie enorm vertraagd in de productie van onze nieuwe specificatie motor, die uiteindelijk pas in Monza werd geïntroduceerd, maar gedurende de analyse van de geplofte motoren kwamen er wel een aantal dingen aan het licht die ons uiteindelijk een stap verder hebben geholpen in het algehele ontwikkelingsproces van onze motor", aldus Taffin. Ondanks de vertraging in de ontwikkeling van de motor gaf diezelfde Taffin eerder al aan dat Renault gelooft dat ze samen met Ferrari de beste motorleverancier zijn, terwijl Honda volgens hem nog een stap achter loopt op de concurrentie.
Meest gelezen