Ricciardo scheet zeven kleuren: "Ik dacht dat ik zelf mijn hand gebroken had!"

Het jaar 2018 was voor Daniel Ricciardo een seizoen met hoge pieken, maar misschien nog wel diepere dalen. Tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten viel hij voor de zevende(!) keer dat jaar uit. De teamgenoot van Max Verstappen had er flink de balen van en de aanmoedigingen van de tribune konden hem die dag dan ook niets schelen. "Ze hadden me al zo vaak op moeten peppen dat jaar dat het gewoon niet meer binnenkwam", zo vertelt Ricciardo aan F1.com . Zijn frustratie droeg hij met zich mee naar zijn motorhome, waar de muur het moest ontgelden. Hij sloeg er een gat in, om in Verstappens kamer uit te komen. "Die muur was van goedkoop materiaal, dus mijn hand ging er doorheen. Ik raakte een metalen haak. Daarna trapte ik nog een keer, waardoor ik tot in Verstappens kamer kwam. Hij reed op dat moment nog, dus dat was geen probleem, maar later werd ik door zijn trainer bedankt voor het herdecoreren van zijn kamer." Daar bleef het echter niet bij, want de hand van Ricciardo begon op te zwellen: "Een uur lang dacht ik echt dat ik mijn hand gebroken had, ik praatte mezelf echt de put in. Er moest een röntgenapparaat aan te pas komen, maar gelukkig bleek hij niet te zijn gebroken! Ik hoopte dat ik de race daarop in Mexico nergens last van zou hebben en gelukkig was alles in orde."