Ricciardo tast in het duister: 'Ik kan met deze bolide niet wat Norris wel kan'

Terwijl Lando Norris vrijwel elk raceweekend in de top vijf rondreed en de sterren van de hemel reed, had Daniel Ricciardo het daarachter relatief lastig. Regelmatig wist de Australiër er wel een top tien klassering uit te persen, maar vergeleken met Norris kwam hij steevast te kort. Tijdens de Grand Prix van Monaco werd Ricciardo dit jaar zelfs op een ronde achterstand gezet door zijn teamgenoot, die uiteindelijk derde zou worden. Zelf werd hij twaalfde. In gesprek met de Italiaanse tak van Motorsport vertelt hij dat hij daar moeite mee had. "Dat was zeker zwaar. Na afloop kan ik de data bekijken en zie ik wel waarom ik niet zo snel was als Norris, maar zelf kan ik het niet nadoen", zucht hij. "De McLaren-bolide stelt me daar niet toe in staat. Aan de ene kant wil je dat toegeven, want je kan altijd beter. Aan de andere kant is het verschil wel echt heel groot. Dat is moeilijk om te accepteren, want ik weet wat ik kan. En al helemaal in Monaco, een circuit waar ik van geniet en waar ik veel vertrouwen heb. Het is en blijft een bijzonder raceweekend." In Silverstone ging het eindelijk wat beter met Ricciardo na afloop van een tegenvallende periode. Of het een eenmalige opleving was of dat hij die vorm door kan trekken, is niet duidelijk. In Hongarije liep Ricciardo na een tik van Charles Leclerc, die op zijn beurt een tik kreeg van Lance Stroll, namelijk grote schade op. Daardoor reed hij net als Verstappen een verloren race. "Het raceweekend in Groot-Brittannië verliep inderdaad wat beter en er is licht aan het einde van de tunnel. Echter, er is nog veel werk aan de winkel. Een goede stap was het wel. Ik moet geduld hebben, want in de Formule 1 kan je je geduld nog wel eens snel verliezen. Ik weet dat er nog stappen moeten worden gezet, maar op Silverstone zette ik er in ieder geval al een", aldus Ricciardo.