Menig IndyCar-coureur viel al over het feit dat de FIA en de Formule 1 geen uitzondering willen maken voor Colton Herta. Op basis van zijn superlicentiepunten mag hij niet debuteren in de Formule 1, dat terwijl zijn talent nauwelijks in twijfel getrokken wordt. Een vraag die vaak naar boven komt is waarom de IndyCar voor wat betreft superlicentiepunten zo karig bedeeld wordt. De klasse wordt gerangschikt onder de Formule 2 en vanaf de derde positie zelfs onder de Formule 3. Alexander Rossi is ook helemaal klaar met de discussie en geeft aan dat hij 'lang genoeg heeft gezwegen': "Dus daar ga ik. Ik ben zo ziek en zo moe van dit gesoebat over superlicentiepunten. Het hele idee hiervan was dat we verhinderden dat iedereen zomaar een F1-stoeltje kan kopen en dat talent weer de doorslaggevende factor zou worden." "We zijn het er allemaal over eens dat Colton over dat talent beschikt en dat hij goed genoeg is voor de Formule 1. Dat is geweldig en hij zou de kans moeten kunnen grijpen als hem die geboden wordt. Punt uit", aldus de Amerikaanse voormalig Manor-coureur in Indy 500-winnaar. "De motorsport an sich echter is nog steeds de grootste sport ter wereld waarin het hebben van geld het kan winnen van het hebben van talent. Wat ontzettend teleurstellend is en in mijn ogen hét fundamentele probleem, is dat het sportieve element vaak het onderspit dolf opzichte van het zakelijke aspect, waardoor er een maatregel ingevoerd moest worden om teams ervan te weerhouden coureurs enkel op basis van hun sponsorgeld aan te nemen." "Uiteindelijk hebben die beslissingen, of dat nu uit pure noodzaak of uit hebzucht geboren was, ertoe geleid dat Colton niet zelf kan bepalen of hij middels de Formule 1 een nieuwe carrièrepad in wil slaan. Dat heeft men licentiepunten niks te maken."
Meest gelezen