Russell blikt terug op debuutseizoen: "Het was niet bepaald een droomjaar"

Tegenover het Italiaanse Autosprint blikte George Russell nog eens terug op zijn tegenvallend verlopen debuutjaar in de Formule 1: "Het was niet bepaald een droomjaar. De resultaten waren zelfs deprimerend te noemen, maar toch kijk ik tevreden terug op mijn debuutseizoen. Ik heb in de luwte namelijk aan mezelf kunnen werken en veel dingen kunnen leren in de koningsklasse. Ik ben dan ook een betere rijder geworden en ik weet zeker dat we in 2020 beschikken over een competitieve bolide." De kans dat Russell in 2020 over een betere bolide beschikt is vrij groot, aangezien het gat ten opzichte van de concurrentie in 2019 enorm was. De kans is klein dat het ervaren Williams-team nogmaals voor de dag zal komen met een dergelijke bolide. Toch wil Russell vooral terugkijken op de positieve momenten tijdens zijn debuutjaar: "In 2019 kijk ik vooral tevreden terug op de kwalificatiesessie tijdens de GP van Hongarije. Daar werd ik zestiende en dat gaf me voor het eerst het gevoel dat we weer met onze kop boven het water uitkwamen. Die momenten zijn belangrijk voor het gehele team." Voorheen streed de Brit in andere klassen nog tegen coureurs als Alexander Albon en Lando Norris. Afgelopen seizoen kon Russell door zijn materiaal echter niet in de buurt komen van zijn voormalige concurrenten. "Natuurlijk krijgen Albon en Norris meer aandacht omdat ze een uitstekend jaar hebben gereden, maar de mensen om mij heen bij Williams en Mercedes weten dat ik het ook goed heb gedaan. Wanneer jongens als Albon of Norris het goed doen, dan doet mij dat ook goed. Ik weet namelijk dat ik het ook zou kunnen." "Helaas is dat voor de buitenwacht wat lastiger om te zien, omdat zij niet alle details in kunnen zien. Overigens heb ik geen strijd met die jongens, dat was in de Formule 2 bijvoorbeeld wel anders, aangezien we toen echt rivalen waren. Nu liggen we te ver uit elkaar op de grid en zijn we gewoon vrienden van elkaar."