Renault-coureurs Carlos Sainz en Nico Hülkenberg waren in de eerste seizoenshelft vaste waardes in de top 10. In menig race was Renault 'best of the rest', maar inmiddels is het team voorbijgestreefd op pure snelheid door teams als Haas en Force India. De Spaanse coureur is erg kritisch over de ontwikkeling van de motor. "Tot aan de Grand Prix van Canada waren we duidelijk het leidende team in het middenveld. In Canada kregen we de beschikking over onze B-spec, wat voor dat moment voldoende was. Tot we in Hockenheim aankwamen waren we blij met de motor die we hadden. Op dat moment hoopten we dat we tot het einde van het jaar ons vormpeil vast zouden houden, met goede puntenfinishes."
De pijn begon toen de concurrentie grote upgrades meenam, waar teams als Sauber, Force India en Haas van profiteerden. "De upgrades van Mercedes en Ferrari hebben ervoor gezorgd dat we pijn lijden op circuits als Spa, Monza en Suzuka." Tot overmaat van ramp bracht ook Honda diverse grote upgrades mee, waardoor Toro Rosso zich met twee auto's in de top 10 kwalificeerde voor de Japanse Grand Prix. "Ze hebben zeker tijdens de kwalificaties een grote stap gezet en daar maak ik mij zorgen over", laat Sainz in Austin weten. Volgend seizoen verruilt Sainz het team van Renault voor Mclaren, maar ook daar ligt de Renault-motor achterin. Momenteel bezet het fabrieksteam de vierde positie in het WK, maar moet het vrezen voor het team van Haas dat slechts acht punten achterstand heeft.
Meest gelezen