Simracer Rudy van Buren (28, Lelystad) kan in een exclusief vraaggesprek met RacingNews365 als geen ander de verschillen tussen racen in de simulator en in een echte bolide benoemen. "De beleving is totaal anders, of het gevoel. In de simulator heb je niet de factor ‘gevaar’ of ‘angst’, en mis je de G-krachten. Je mist al die externe factoren. Heel veel coureurs voelen hun auto als het ware aan hun kont. Dat mis je in de simulator natuurlijk compleet.” De een kan daar mee uit de voeten, maar de ander niet, benadrukt hij. "Een goede simracer is niet altijd een goede autocoureur en omgekeerd. Het moet je liggen." Van Buren wijst er verder op dat er in games nogal eens trucjes zijn, waarmee een simcoureur prima uit de voeten kan, maar waarmee een ‘echte’ coureur op het verkeerde been kan worden gezet. "Ik ken een spel waarbij het absoluut loont om te agressief terug te schakelen. Een echte coureur zou dat nooit doen, maar een simracer die het geintje doorheeft dus wel. Daarmee wijkt simracen nogal van de realiteit af. En zo ken ik ook een racegame met verschillende bandenmodellen, waardoor de stuuruitslag ineens compleet anders is. Een echte coureur zou dan te stevig insturen." Tenslotte heeft hij veel lof voor hoe 'echte coureurs' als Lando Norris, Max Verstappen en Dani Juncadella zich het simracen op hoog niveau razendsnel hebben eigen gemaakt. "Dat laat gewoon zien wat deze jongens allemaal in huis hebben. Zijn kunnen het allebei. Het zijn echte toppers."
Meest gelezen