Van der Garde over waarom rijders voor 'slechte' F1-teams kiezen

Na jarenlang deel uit te hebben gemaakt van de GP2 Series, de voorloper van de Formule 2, promoveerde Van der Garde in 2013 eindelijk naar de Formule 1. Voor het armlastige Caterham-team mocht de man uit Rhenen zijn debuut maken.

Van der Garde snapt als geen ander waarom coureurs de keuze maken om in te stappen bij een team wat als 'slecht' wordt gezien. Ten tijde van het F1-debuut van Van der Garde had Caterham nog nooit een punt gescoord, de hatelijke nul zou tot aan het faillissement (eind 2014) blijven staan. "Als je de kans krijgt om in de Formule 1 deel te nemen, ongeacht van de plek op de grid waar je zal belanden, dan grijp je deze aan", spreekt de Nederlander. "Oke, misschien vecht je elk weekend voor P16 in plaats van die podiumplekken die je gewend bent uit de opstapklassen, maar ook in dienst van een klein team kan je je bewijzen", laat Van der Garde weten middels een column op RACER.com . "Dat is wat ik heb geprobeerd en het was een geweldige ervaring. In mijn geval stapte ik over van Caterham naar Sauber. Het laatstgenoemde team finishte in het jaar dat ik voor Caterham reed, vier plaatsen boven ons. Daarna ging alles natuurlijk verloren door het contractuele gedoe, maar het bewees dat mijn aanpak werkt." "Er zijn niet heel erg veel kansen en zolang de F1-deur open staat, moet je overwegen om de stap te maken. Ik kon ooit voor de DTM kiezen, maar dat was niet mijn doel. Zodra je een ander pad kiest, moet je je droom opgeven. Als je gefocust blijft op één ding, dan heb je kans om het te bereiken", besluit Van der Garde. In negentien Grand Prix-optredens kwam Van der Garde, die tegenwoordig zijn kunsten vertoont in het World Endurance Championschip als rijder van Racing Team Nederland, tot één veertiende en drie vijftiende plaatsen.