Met name de starts in Oostenrijk en die van vorige week in België waren niet bijster goed. In beide gevallen verloor Max Verstappen veel plaatsen. Op de Red Bull Ring wist hij het verloren terrein vakkundig goed te maken, op Spa-Francorchamps daarentegen crashte hij na een touche met Kimi Raikkonen in de eerste bocht. Honda legt dit weekend een nieuwe motor in de auto van Verstappen, dus in gesprek met onder andere RacingNews365 dringt de vraag of daarmee vooruitgang kan worden geboekt zich op. "We hopen inderdaad dat de starts met de nieuwe motor beter zullen gaan. We weten waar het probleem zit, maar het is gewoon heel moeilijk gebleken dat op te lossen, Honda werkt daar echter hard aan", aldus de Nederlandse Red Bull-coureur, die probeert uit te leggen op welk moment het probleem zich aandient. "Het gaat om het moment direct na het op laten komen van de koppeling, het moment waarop je al bijna opschakelt van de eerste naar de tweede versnelling. Op dat moment willen we bij een laag toerental eigenlijk net iets meer vermogen aan kunnen spreken." Verstappen, die toch bekendstond als een goede starter, benadrukt dat hij zelf niet zo heel veel anders doet als voorheen: "Ik heb denk ik wel bewezen goed te kunnen starten, maar ik doe echt niks anders dit jaar. Dit jaar is het echter zo dat we met een goede start in het gunstigste geval onze positie behouden, terwijl we vorig jaar met een goede start plaatsen konden winnen." Of de andere coureurs die met een Honda-motor rijden dezelfde problemen ervaren? "Van Toro Rosso weet ik het niet, maar ik startte vaak alsnog wel beter dan Pierre Gasly. Het is natuurlijk ook zo dat hoe verder je naar voren staat, hoe meer die slechte starts opvallen", vervolgt Verstappen, die niet zeker weet of de nieuwe motor écht verbetering biedt. "De vorige motoren heeft Honda ook getest op de dyno, en hoewel men daar dan verbetering zag, kwam dat er in de praktijk niet altijd uit." Met medewerking van Joe van Burik. Luister nu de nieuwe RacingNews365 Formule 1-podcast met Jeroen van Inkel, Tom Coronel en Joe van Burik.
Meest gelezen